De Voorzitter zegt dat te Zwingelspaan alle bouwgrond van de
familie Maris is en die wil niet vérkoopen.
De heer H.van Dis Jzn.zegt 'dat men zich moet afvragen wat
het geschiktste terrein is en probeeren dit door minnelijke
schikking te verkrijgen.Gaat het niet door minnelijke schik
king dan moet men dwang gebruikende woningen zullen er voor
jaren staan»
De Voorzitter zegt dat de autoriteiten in den Haag de minne
lijke weglals verplicht stellen»
De heer H.van Dis Jzn.stelt voor de beslissing over het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aan te houden,de woningen
te bouwen in het verlengde van dé school te Zwingelspaan op
het terrein van den heer C.Maris en den grond voor de op de
Kade te bouwen noodwoningen ook te koopen en niet in erfpacht
te nemen»
De Voorzitter merkt op dat als meri in een blok gaat bouwen,
men dan ook een weg moet aanleggen en rioleering en dat Is
ook niet goedkoop.Als de raad besluit cm bouwgrond te koo
pen zullen de noodwoningen niet gebouwd kunnen worden.
De heer H.van Dis Jzn.is echter van meening dat Burgemeester
en Wethouders dan de zaak in den kortst mogelijken tijd op
nieuw moeten voorbereiden.
De Voorzitter zegt dat bouwgro'nd koopen inderdaad goedkooper
is,maar we zitten met de moeilijkheid dat we niet kunnen
koopen»
De heer A.Hamers informeert naar het met den heer C.Maris
gevoerde overleg.Spreker vraagt of bouwgrond koopen inderdaad
wel goedkooper is»
De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend,maar dan zal men
cte grond moeten onteigenen en dit vinden de Haagsche autori
teiten waarschijnlijk niet wenschelijk.
De heef CG. Ka nn ekens is van meening dat als men grond moet
gaan onteigenen,men toch de noodwoningen niet in een blok
moet gaan 'bouwen.Voor een blok van 6 woningen heeft men noo-
dig een straat,2 opritten en Voor deze laatste moet men
dijkgrond bijkoopen. Bovendien hoort bij een arbeiderswoning
toch een tuintje te zijn.Spreker meent dat de grond bij Jac.
Maris een uitweg heeft,hier heeft men dus geen straat noodig.
De heer H.van Dis Jzn.zegt dat de heer Kannekens met de si
tuatie niet goed op de hoogte is.'
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna in
stemming gebracht en met 5 tegen 6 stemmen verworpen.Tegen
stemden de heeren H.van Dis Jzn. ,W.C .GrootenboerJ.D.C.Geuze,
C.J.van Dis,C-.de Wit en J.T.Ardon.
3. INVQBRIKG KEHER STRAAT BELAST INI.
Bij schrijven d.dNovember 194-6 deelen Burgemeester en Wethou
ders den Raad mede,dat ingevolge de circulaire van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken d.d.4 Juli 1946,nr„13701,afd B.B»
Bureau Financiën,gemeenten die Rijkssteun noodig hebben om
een sluitende begrooting te verkrijgen er toe moeten overgaan
een straatbelasting in te voeren.
Daar het in deze gemeente niet mogelijk zal zijn de gemeente-
begrooting voor 194-7"sluitend te krijgen zonder Rijkssteun,
stellen. Burgemeester en Wethoudersonder overlegging van een
ontwerp-besluitden Raad voor met ingang van het belastingjaar
1947 een straatbelasting in het leven te roepen.
De heer C.J.van Dis zegt^deze belasting niet in het belang van
de- gemeente te achten1.
De Voorzitter zegt dat het Rijksvoorschrift is,anders krijgen
wij geen bijdrage.
De heer H.van Dis Jzn.informeert naar de opbrengst van de be
lasting.
De Voorzitter verstrekt de gevraagde inlichtingen»
De heer W.C.G-rootenboer vraagt of de percentages die in de j -
ontwerp-verordening zijn genoemd,ook*door den Minister zijn
vastgesteld» -it
De Voorzitter antwoordt dat alleen minimum-percentages zijn
voorgeschreven,deze zijn in de verordening opgenomen. j
De heer P.F.Weijnen vraagt enkele inlichtingen over de aansla
gen in de belasting,welke door den Voorzitter worden gegeven.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders zon
der hoofdelijke stemming aangenomen en de ontwerp-verordening
vastgesteld.
RONDVRAAG c,
De heer G.de Wit informeert naar den datum van inwerkingtre-ding
van de verordening op de tooneelvertooningen en andere verma
kelijkheden en van de verordening op de straatbelasting.
De Voorzitter verstrekt de gevraagde inlichtingen.
De heer J.T.Ardon deelt mede vernomen te hebben dat het ver
zoek van den heer D.Lucas,onderwijzer aan de openbare lagere
school te Heijningen om vrijstelling van den dienstplicht,
door den Minister is afgewezen.Spreker meent te weten dat