Uit dit rapport blijkt, dat de commissie de rekening accoord heeft betonden en voorstelt de gemeente-rekening voorloopig vast te stellen, en wel: Gewone dienst» Ontvang sten: 161846,07. Uitgaven: 160783,49. Batig slot: 1062,58. KapitaaldienstOntvangsten:/ 7441,02. Uitgaven: 10657,38. Kadeelig slot: 3216,36. De Voorzittér dankt de commissie voor haar bemoeiingen in deze en den heer C.J. van Dis voor het door hem uitge bracht rapport. Hierna wordt zonder beraadslaging het tertafel gebrachte ontwerp-besluit tot voorloopige vaststelling der gemeente rekening zonder hoofdelijke stemming vastgesteld en wel: Gewone dienst. Ontvangsten: 161846,07. Uitgaven:/ 160783,49. Batig slot: 1062,58. Kapitaaldienst. Ontvangsten:/ 7741,02,, Uitgaven: 10657,38. Nadeelig slot: 3216,36. De staten van oninbare en nog te verhalen posten worden mede zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De beide wethouders hebben zich overeenkomstig het bepaal de in het 2e lid van art. 257 der gemeentewet van medestem ming onthouden. (Zie decimaal nummer -2.07.352.18). 4. VASTSTELLING ARBEIDSOVEREENKOMSTENBESLUIT PERSONEEL LUCHT BESCHERMINGSDIENST Hierna komt in behandeling een schrijven van burgemeester en wethouders dd. 25 Augustus 1941 houdende voorstel om over te gaan tot vaststelling van een arbeidsovereenkomstenbesluit voor het personeel van de vaste kern van den luchtbescher mingsdienst Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. Het bij het voorstel overgelegd ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. (Zie decimaal nummer -1.782). 5. VOORLOOPIGE VASTSTELLING VAN UITGAVEN BEDOELD IN ART. 55 BIS DER L.O.WET 1920,over 1940. Ter tafel komt een ontwerp-besluit tot voorloopige vast- stelling van de bedragen als bedoeld in het eerste lid van artikel 55ter der L.O.wet 1920. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vrordt besloten: a. het bedrag dat de gemeente over het jaar 1940 werkelijk heeft uitgegeven voor de kosten bedoeld in art.55 bis der L.O wet 1920, voorloopig vast te stellen op 1207,09 voor het ge woon lager onderwijs; b. het bedrag, dat,, in, verband met het gemiddeld aantal leer lingen der scholen over het jaar 1940 beschikbaar is gesteld voor de sub a bedoelde uitgaven voorloopig vast te stellen op 157 x 7,29 1144,53; het verschil tusschen de sub a en b bedoelde bedragen voor loopig te stellen op 62,56 voor het gewoon lager onderwijs. (Zie decimaal nummer - .1*851 .2B/7-2) 6. VASTSTELLING VERGOEDING ARTIKEL 101 L.O.WET 1920 OVER 1940, In behandeling komt de vaststelling van de vergoeding aan de besturen van bijz.lage2S scholen in deze gemeente, als be doeld in artikel 101 der L.O.wet 1920, over het jaar 1940. Zonder eenige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de vergoeding als bovenbedoeld vast te stellen als volgt: voor de Herv.Chr.School, A 278, op- 656,10 R.K.JongensschoolA 161, op 1046,13 R.K.Meisjesschool, A 162, op 1058,60 Bijz.lagere school te Zwingelspaan,B 294 op/ 845,64 Bijz.lag.school te Pijnaart,LangewegA284 op 226,67 Bijz.lag.school te Heijningen, D 49, op 484,16 (Zie decimaal nummer -1.851.B/07-2) 7. AANVRAAG GELDEN ARTIKEL 72,L.O.WET 1920. Ter tafel komt een schrijven van het bestuur der Bijz.lag. school te Heijningen, D 49, dd. 10 Juli 1941, houdende verzoek om overeenkomstig artikel 72 der L.O.wet 1920 gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor den aankoop van schoolka- chels Bij schrijven van Juli 1941 stellen Burgemeester en Wethou ders voor de gevraagde medewerking te verleenen echter met dit

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1941 | | pagina 9