Het is eigenlijk wel in orde wat de heer Laurense zegt, maar de quintessens is niet correct. Als men woningen wil gaan bouwen voor arbeiders dan moet men de kwestie of er voldoende werk is voor de ambachtslieden loslaten. De woning bouw brengt werk mee,maar de eer&te taak is te voorzien in de woningbehoeften. Daaruit vloeit werkgelegenheid voort; maar men moet die werkgelegenheid niet op de eerste plaats stellen. De woningbouw is er niet voor de aannemers maar om woningen te krijgen voor de arbeiders. De heer Laurense zegt dat het bestuur van de bouwvereeni- ging ook niet alleen aan de ambachtslieden heeft gedacht,maar in de eerste plaats aan het tekort aan woningen. De Voorzitter zegt dat nu ongetwijfeld een hooger voorschot zal moeten worden aangevraagd. Spreker vraagt of de raad bur gemeester en wethouders wil machtigen een hooger voorschot en bijdrage aan te vragen als zulks mocht noodig zijn. De heer H.van Dis meent dat het bestuur van de bouwvereenip ging er schuldig aan is dat de woningen er nog niet staan en' dat we nu zeer waarschijnlijk voor hoogere kosten zullen ko men te staan. De heer Laurense meent dat het misschien meer de schuld van den architect dan van het bestuur is. De heer H.van Dis merkt op dat de architect ondergeschikt is aan het bestuur. De schuld berust bij het bestuur*. De Voorzitter zegt,dat het bestuur te veel georiënteerd was op andere belangen. De heer H.van Dis onderstreept dit ten volle. Na nog eenigen tijd over dit onderwerp van gedachten te hebben gewisseldwordt zonder hoofdelijke stemming goedge keurd om burgemeester en wethouders te machtigen zoo noodig een hooger voorschot en bijdrage aan te vragen. We zijn thans genaderd aan het eind van 1939,aldus de VoorB zitter. Het jaar 1939vervolgt sprekerheeft in zijn verloop, wat het bestuur der gemeente betreft,de nieuwe verkiezingen gehad. Nu we enkele malen samen hebben vergaderd,wil het spre ker voorkomen,dat die verkiezingen zeker niet uitgevallen zijn in strijd met de belangen der gemeente. In de raadsver gaderingen is dezelfde zakelijke en ordelijke sfeer als altijd gebleven. Veel erger was het met den internationalen toestand. Misschien,zegt sprekerbeleven we dagen,zooals die in de zwartste bladzijden onzer geschiedenis niet worden ver meld. Ik spreek den wensch uit dat God het daarheen leide, dat de beproevingen vóór Nederland dragelijk zullen zijn en hoop,dat het Nederlandsche Volk de offers in gelatenheid zal l dragen RECLAMES SCHOOLGELD. Ten slotte worden nog in behandeling genomen de reclames tegen de aanslag in het schoolgeld,belastingjaar 1939, van: H.Schreuderste Klundert; N.Bierkens,A 204,te Fijnaart; H.Slings,A 25,te Pijnaart; W.Weeda,D 136,te Pijnaart en 0BKannekens B 241te Pijnaart. Aangezien deze aanslagen geheel overeenkomstig hun aanslag in de inkomstenbelasting c.q.personeele belasting zijn op gelegd, wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming besloten bovenvermelde aanslagen te handhaven. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, De Secretaris,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1939 | | pagina 21