II sprekerkunnen er bijkomen en allerlei uitgaven hangen in de lucht. Daarbij valt een post voor onvoorziene uitgaven van bijna ƒ5000,- in het niet. De werkloosheid staat te vermeer deren, de armoede der bevolking neemt toe,de belastingen zul len moeten stijgen, de levensmiddelen worden duurder en de inkomsten zullen dalen. Onder geen beding,zegt spreker,rnag de post voor onvoorziene uitgaven worden verlaagd. Mog eerder zou de auto-belasting moeten worden verminderd; maar dit kan ook al niet,want de termijn daartoe is al verstreken en we kunnen het geld bovendien ook niet missen. De heer H.van Dis zegt,dat hem de begrooting meeviel. Spre ker had hoogere cijfers verwacht omdat we niet weten wat 194(1 zal brengen. Misschien,zegt sprekerzullen sommige posten no^; wel verhoogd moeten worden. Wat spreker desalniettemin van burgemeester en wethouders had verwachtdat was de inlossing van de gadane belofte om tijdig een voorstel te doen tot ver laging van de opcenten op de personeele belasting voor autos., Hieromtrentzegt sprekermoeten we een betere basis hebbem, een meer gelijke betaling. De Voorzitter zegt,dat men de verhoogde belasting van de autos niet kan missen. De post voor onvoorziene uitgaven zou dan veel te laag worden. Burgemeester en Wethouderszegt spre ker, blijven bij him belofte om wanneer belastingverlaging mogelijk isallereerst het tarief van de belasting voor auto:; te verlagen. De heer B.P.Maris zegt,dat zooeven gespreken is over de sub sidie aan de landbouwschool te Zwingelspaan. Spreker wil even opmerken,dat op die school ook jongens van arbeiders en kleine boeren gaan. Deze kunnen onmogelijk het maximum school geld betalen. Voorts meen ik,vervolgt spreker,dat de subsi die destijds door het schoolbestuur vrijwillig is verlaagd tot 5>- per leerling. Spreker merkt voorts op dat een bedrag van /2000,- is uitgetrokken voor onderhoud van den Ouden Plei jningschendi jk,maar vraagt zich af wanneer toch de weg van Zwingelspaan - Scheiding Staatsdomeinen verbeterd zal worden. Daar is indertijd een vervalput gemaakt,zegt spreker, maar desalniettemin kan het water niet afvloeien. De bestra ting verkeert er ook in een desolaten toestand. Plet is noodij dat aldaar voorziening wordt getroffen. De Voorzitter zegt,dat van het bedrag van ƒ2000,- ook een gedeelte zal worden gebruikt voor verbetering van den door den hear Maris bedoelden weg. Spreker merkt op dat de aan genoemden weg wonende menschen er zelf schuldig aan zijn, dat het water niet weglooptomdat zij een wal langs den weg hebben gelegd. De heer Maris meent dat de menschen zulks hebben gedaan om dat ze anders niet droog op den weg konden komen, Spreker vraagt ten slotte hoever men eigenlijk denkt te gaan met de rioleering van de Langeweg. De Voorzitter zegt,dat zal worden gerioleerd zoover zulks in verband met de medewerking van de eigenaren der aan den weg ge legen perceelen mogelijk zal zijn. Spreker raadt aan de voor den Langeweg benooddigde trottoirtegeld thans reeds aan te koo- pen daar deze veel duurder zullen worden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot vast stelling van de aangeboden ontwerp-gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1940,en wel wat den gewonen dienst betreft de ont vangsten en uitgaven tot een gelijk bedrag van 15746 5,93wat den kapitaaldienst betreft de ontvangsten en uitgaven tot een gelijk bedrag van 47926,75 (Zie decimaal nummer -2.07.352.11). 4. VASTSTELLING- VERORDENING- OPCENTEN HOOFDSOM GEMEBNTEFONDS- BBLAS TING. Ter tafel komt een schrijven van Burgemeester en Wethouders d.d. October 1939houdende voorstel tot het heffen van 75 op centen op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting over het be lastingjaar 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941. Zonder be raadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het bij het voorstel van burgemeester en wethouders overgelegd ontwerp besluit ongewijzigd vastgesteld. (Zie decimaal nummer -1.714.524). 5. VASTSTELLING BESCPIIKBAAR TE STELLEN BEDRAG PER T.E1RLING VOOR PIET OPENBAAR LAGER OUDERWIJS IN PPET JAAR 1940. In behandeling komt de vaststelling van het door Burgemeester en Wethouders ter tafel gebracht ontwerp-besluit,waarbij het bedragbedoeld in artikel 55bis,1e lid,der Lager-onderwijswet 1920,voor het jaar 1940 wordt bepaald op 7,29 per leerling voor het openbaar gewoon lager onderwijs. De heer B.P.Maris zegt in het ontwerp-besluit te hebben ge zien, dat het bedrag voor administratie-kosten weer is bepaald op 10 cent per leerling. Spreker vindt dit niet inmovereenstem- mingmet de reeds eerder door Gedeputeerde Staten genomen be slissing om wegens administratie-kosten 50 cent per leerling uit te keeren.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1939 | | pagina 16