spreker is er dan ook voor dezen post alsnog te doen innen. De Voorzitter zegt, dat het oninvorderbaar gestelde be drag van Van der Horst loopt over het jaar 1937. De hem na dat jaar opgelegden aanslag zal worden gevorderd. Hierna wordt bovenbedoelden staat zonder hoofdelijke stem ming ongewijzigd vastgesteld. 3. VASTSTELLING- GEMEENTE-BEGROOTING 1940. De Voorzitter stelt hierna aan de orde de behandeling en vaststelling van de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1940. Spreker zegt,dat op deze begrooting een post van ƒ30000,- voorkomt voor verbetering van wegen. Hiervan is ƒ25000,- bestemd voor den tertiairen weg over den Ouden Heijj- ningschendijk en 5000,- voor wegenverbetering in de kom der gemeente. Bij de algemeene beschouwingen wordt door niemand het woord verlangd, zoodat wordt overgegaan tot de artikelsge- wijze behandeling. De heer J.Laurense merkt op dat op post volgnummer 53 een bedrag van ƒ75,- is uitgetrokken voor vergader-kosten van com missies. Spreker zou gaarne zien dat ook in de vergaderingen van de commissie voor den B-steun aan werkloozen sigaren wer den gepresenteerd. De Voorzitter geeft den heer Laurense in overweging dit met den voorzitter van bedoelde commissie te bespreken. De heer J.Laurehse vraagt vervolgens nadere inlichtingen i omtrent den stroomprijs voor straatverlichting. De Voorzitter verstrekt de noodige gegevens. De heer J.Laurense zegt,dat op post volgnummer 110 een bq- drag van /200Q,- is uitgetrokken wegens onderhoud van wegen, j Spreker vraagt of hieronder ook begrepen is het onderhoud van den Xraaiendijk. De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. De heer J.Laurense zegt,dat op post 111 een bedrag van ƒ100,- is uitgetrokken voor onderhoud van den Kwartierschen- dijk. Spreker zegt dat weinig te vinden. De Voorzitter zegt het voor 1940 eigenlijk te veel te vin- den omdat het voornemen bestaat den Kwartierschendijk tegelijk met de verharding van den tertiairen weg onder handen te ne|- men. De heer J.Laurense informeert vervolgens naar het verschil van het bedrag per leerling dat aan de verschillende bijzonde-» re lagere scholen krachtens art.101 der lager-ondervrijswet 1920 1920 wordt toegekend. De Voorzitter geeft hieromtrent nadere toelichting. Voor de bijzondere lagere school te Heijningen en te Pijnaart (Kom) zijn door den Minister afwijkende bedragen vastgesteld. De heer J.Laurense merkt bij post volgnummer 186 op,dat de meeste leerlingen van de landbouwschool te Zwingelspaan het maximum schoolgeld kunnen betalen. Voor de welgestelde land bouwers is het schoolgeld van die school te laag. De Voorzitter zegt het met dit betoog van a tot z eens te zijn, maar de landbouwschool te Roosendaal,vervolgt spreker, krijgt altijd ƒ10,- dus Zwingelspaan ook. Bovendien staat laat stgenoemde school er niet te best voor. Het was ook beter ge weest,als de landbouwschool in de Kom der gemeente was ge sticht De heer J.Laurense vraagt of het verleenen van subsidie voor leerlingen uit onze gemeente,die het Lyceum te Roosendaal be zoeken,al of niet verplicht is en waarom door de gemeente Wil lemstad geen subsidie behoeft te worden gegeven. De Voorzitter zet uiteen waarom voor de het-lyceum-bezoeken- de leerlingen wordt bijgedragen. Het is spreker niet bekend waarom de gemeente Willemstad geen bijdrage behoeft te geven, opreker zal hiernaar een onderzoek instellen. De heer J.Laurense bepleit bij de beschouwing van de posten wegens ondersteuning van armlastigen,het instellen voor deze gemeente van een Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter zegt dat het hem principieel gelijk blijft of de armenzorg toevertrouwd is aan Burgemeester en Wethouders of aan een Burgerlijk Armbestuur. Een Burgerlijk Armbestuurzegt spreker,is voor hem gemakkelijker maar de armenzorg-uitgaven zullen zeer beduidend oploopen. Spreker zegt toe deze aange legenheid in nadere overweging te nemen. De heer C.J.van Dis zegt niet voor instelling van een Burger lijk Armbestuur te zijn. De heer J.Laurense zegt de meening te zijn toegedaan dat het aantal opcenten op de personeele belasting gevoeglijk van 200 op 175 kan worden teruggebracht.aangezien de uitgaaf-posten vrij hoog zijn geraamd en de post voor onvoorziene uitgaven ook nog wel wat lager kan. De Voorzitter zegt,dat thans van belastingverlaging niets kan komen, ie post "onvoorziene uitgaven".vervolgt spreker,is al aan den lagen kant en moest in verband met de tegenwoordige omstandigheden feitelijk hooger zijn. Allerlei kosten,zegt spreker

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1939 | | pagina 15