koming ingevolge art13 der Lager-onderwijswet 1920, in de
kosten van vervoer naar de R.K.Lagere School te Fijnaart,
van zijn leerplichtig kind»
Bij schrijven van .27 Juni 1938 stellen burgemeester en
wethouders voor op het verzoek afwijzend te beschikken,aan
gezien de woning van adressant minder dan 4 K.M. is ver
wijderd van bovengenoemde school»
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten het verzoek op bovengeneomden grond af te
wijzen.
(Zie decimaal nummer -1,851.3/07*2
4. VERNIEUWING VAL ERFPACHT.
De Voorzitter stelt hierna aan de orde een schrijven
van burgemeester en wethouders d.d. 1 Juli 1938, houdende
voorstel tot vernieuwing van het contract van erfpacht
tusschen de gemeente Fijnaart en eigenaren der aanwassen
d.d. 24 Augustus 1838.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten; voor den tijd van dertig jaren in erfpacht
te-aanvaarden het perceel grond op het buitentalud van den
Ouden Heijningschendijk, kadastraal bekend gemeente Fijnaart
Sectie B.. nummers 546 en 547, onder de in het erfpachts
contract van 24 Augustus 1838 vermelde voorwaarden, behalve
dat de- jaarlijksche pacht zal bedragen drie cent per vier
kante meter.
(Zie decimaaL nummer -2.07.352.21).
5. VERG-OELING ART. 101 der LAGER-ONDERWIJSWET 1920.
In behandeling komt een schrijven van gedeputeerde staten
dezer provincie d.d. 27/29 Juni 1938,G. nr. 318, IVe.Afd.,
waarbij dit college de wenschelijkheid te kennen geeft, om,
onder intrekking van het raadsbesluit van 16 Mei 1938, de
vergoedint bedoeld in artikel 101 der Lager-onderwijswet
1920, over het jaar 1936 zonder verrekening over de jaren
1934 tot en met 1936 opnieuw vast té stellen en dat daarbij,
bij gebreke van een in de gemeenterekening duidelijk aan
wijsbaar bedrag voor administratiekosten, een te schatten
bedrag dezer kosten moet worden opgenomen.'
Bij schrijven van 1 "Juli 1938 stellen burgemeester en
wethouders voor om de vergoeding opnieuw vast te stellen
zonder 3-jaarlijksche verrekening eh over het jaar 1936 een
bedrag van 10 cent per leerling te vergoeden voor administratie-
kosten.
De heer B.P.Maris acht een vergoeding van 10 cent per
leerling te gering -en- zou dit, in overeenstemming met verschil
lende Koninklijke besluiten, bepaald willen zien op 50 cent
per leerling.
De heer H. van Dis vindt de vergoeding, bedoeld in art.101 I
der lager-onderwijswet 1920 toch al veel te laag en zou daarom
thans de gelegenheid te baat willen nemen om de vergoeding
voor administratiekosten te bepalen op 50 cent per leerling.
De Voorzitter geeft hierop een overzicht van de geschiedenis
der lager-onderwijswet 1920, meer speciaal wat betreft de in
art. 101' bedoelde vergoeding. Spreker meent dat de administra
tiekosten per leerling een kwestie van enkele venten is en
vindt daarom een bedrag van 10 cent per leerling voldoende.
Spreker is het eens met den heer -H. van Dis dat de exploitatie
vergoeding aan den lagen kant is, maar het is onjuist 0m de
administratiekosten op te voeren, ten einde een hoogere ver
goeding voor exploitatiekosten machtig te worden.
De heer H. van Dis merkt op dat er te veel bezuinigd is
op het onderhoud der openbare schoolgebouwen. De exploitatie
vergoeding wórdt daardoor veel te laag.
De Voorzitter is de meening toegedaan dat de schoolge
bouwen op normale wijze worden onderhouden.
De heer M.Komans van den Dries meent dat een bedrag van
10 cent per leerling voor administratiekosten voldoende is.
De heer M.Bom zegt in principe weinig voor 10 cent ver
goeding voor administratiekosten te voelen, omdat ze toch
niet besteed worden voor het doel "bestrijding van onkosten
der administratie".
De heer C.J. van Dis zegt zijn stem voor 10 cent te zullen
geven, hoewel het hem niet geheel bevredigen kan.
Hierna wordt met-8 tegen 2 stemmen besloten het bedrag
•der vergoeding, bedoeld in art. 101, 1e.lid, der lager-onder-
wijswet 1920, onder intrekking van het raadsbesluit van 16
Mei 1938, opnieuw vast te stellen op ƒ5,87 per leerling,
waarin begrepen een bedrag van 10 cent per leerling voor ad
ministratiekosten.
Tegen stemden de heeren B.P.Maris en H. van Dis Jzn. De heer
M.Bom heeft zich van stemming onthouden.
(Zie decimaal nummerr-1.851.2 B 07t2)