Bij schrijven d.d, 7 Juni 1937 stellen burgemeester en
wethouders voor genoemde brieven voor kennisgeving aan te
nemen»
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aange
komen. (Zie decimaal nummer -1,824).
2 o VERZOEK TEGEMOETKOMING- ARTIKEL 1^ I.O.WET 1920.
Ter tafel komt een schrijven van A.Tax, wonende te
Fijnaart, D.188, houdende verzoek om tegemoetkoming ingevol
ge artikel 13 der Lager-Onderwijswet 1920 in de kosten ver
bonden aan het bezoeken van de R.K. bijzondere lagere school
alhier, door zijn dochtertje Geertrui Dimphna, geboren te
Fijnaart den 16n Februari 1931.
Bijschrijven van 7 Juni 1937 stellen burgemeester en wet
houders voor om vanaf den datum van aanvrage tot den datum
waarop genoemd kind den 1-4-jarigen leeftijd-zal hebben be
reikt, een vergoeding uit de gemeentekas toe te kennen overeen
komende met cent per door genoemde leerlinge af te leggen
K.M. en per dag*
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten:
1, te rekenen vanaf 5 Juni 1937 aan meergenoemde A.Tax, ter
tegemoetkoming in de vervoerkosten van zijn-leerplichtige
dochter Geertrui Dimphna naar de R.K. bijzondere lagere
school aan de Stationstraat te Fijnaart een vergoeding toe
te kennen van cent per door genoemde leerlinge af te leggen
K.-M. en per dag;
2o te bepalen, dat de vergoeding zal worden uitgekeerd zoo
lang het bovenomschreven geval aanwezig is, met dien ver
stande j dat in daartoe leidende gevallen het bedrag der ver
goeding nader zal worden vastgesteld en niet langer zal
worden "uitbetaald dan tot het tijdstip waarop de leerver
plichting van het-kind eindigt.
(Zie decimaal -1.851.2/o7-2
3c VASTSTELLING'VERORDENING ALS BEDOELD IR ARTIKEL 9. 3e.lid,
WINKELSLUITINGSWET
In behandeling komt een schrijven van burgemeester en wet-
houders dd, 5 April 1937, waarbij in verband met de circu
laire van gedeputeerde staten dezer provincie van 28 October
1936, G. NE 257, IHe, Afdo, wordt voorgesteld de in de
raadsvergadering van 4 Maart 1935 vastgestelde verordening tot
aanwijzing van: dagen waarvoor een later sluitingsuur dan bij
de Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad 460) aangegeven is
bepaald, opnieuw vast te stellen en daarin op te nemen den 29n
Juni, den verjaardag van Z.K.H.Jkins Bernhard.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten de volgende verordening vast te stellen:
Verordening tot aanwijzing van dagen waarvoor een later
sluitingsuur dan bij de Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad
NS 460) aangegeven is bepaald.
Artikel 1
1. Mef afwijking van het bij de Winkelsluitingswet 1930
(Staatsblad NS 460) aangegeven sluitingsuur, wordt toegestaan
om een winkel op. 30 April, 29 Juni en 31 Augustus voor het
publiek geopend te hebben tusschen 5 uur des voormiddags en 11
uur des namiddags.
2. Gedurende het tijdvak dat de wettelijke tijd als bedoeld in
artikel 1 der V/et van 23 Juli 1908 (Staatsblad NS 236) met één
uur is vervroegd, wordt het in het eerste lid van dit artikel
genoemde tijdstip, waarna het verböden is een winkel voor het
publiek geopend te hebben, met één uur verlaat.
3:. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is niet van
toepassing, wanneer de daarin aangegeven dag op Zondag valt.
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking op den eersten dag na
dien harer afkondiging.
(Zie decimaal numme,r -1 .838.1).
4WIJZIGING VERORDENING VELDWACHTERS.
De Voorzitter brengt vervolgens ter tafel een schrijven van
den heer Commissaris der Koningin, dezer provincie, d.d. 13
Maart 1937, A. NS 4, Ie.Afd., houdende mededeeling, dat het
gewenscht is de verordening regelende de eiachen van benoembaar
heid en de bezoldiging van de veldwachters der gemeente
Fijnaart en Heijningen, mede op nog een tweetal andere punten
dan de in de raadsvergadering van 1 Maart 1937 aangebrachte
wijziging, te herzien.
Bij schrijven van 15 Maart 1937 stellen burgemeester en
wethouders voor hieraan te voldoen en tot vaststelling van het
bij het voorstel overgelegd ontwerp-besluit over te gaan.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten, onder intrekking van het te dezer zake in de raads-