d. Een verslag van de werkzaamheden van de commissie tot
wering van schoolverzuim te dezer plaatse gedurende het
kalenderjaar 1936,
e. Een besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d.
27 Januari 1937, G. nr. 368, houdende goedkeuring van de
gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1937.
f. Een Koninklijk besluit van,14 Januari 1937, nr.95, houdende
goedkeuring van. het raadsbesluit yan 26 October 1936 tot
vaststelling eener verordening op de heffing van schoolgeld
voor het. gewoon lager onderwijs in de gemeente Fijnaart en
Heijningen..
g. Een Koninklijk besluit van 22 December 1936, nr. 33,
houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 26 October 1936
tot vaststelling eener verordening op de heffing van opcenten
op de gemeentefondsbelasting in deze gemeente.
h. Een Koninklijk besluit van 5 December 1936, nr. 1, houdende
goedkeuring var het-vraadsbe sluit van 26 October 1936, waarbij
met ingang van 1 Januari 1937 is ingetrokken: de verordening
op de heffing en invordering van een vermakelijkheidsbelasting
in deze gemeente, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 Mei 1935-
3 Februari 1936, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9
Maart 1936, nr. 26.
i. Een afschrift van een Koninklijk besluit van 17 December
1936, nr. 19, waarbij aan deze gemeente,, op haar verzoek,
tot wederopzeggens, 3n het belang der gemeente ontheffing
wordt verleend van de verplichting vervat in art.179, tweede
lid, der gemeentewet.
De stukken sub a tot en met i worden voor kennisgeving
aangenomen.
j. Een tweetal circulaires van Gedeputeerde Staten dezer
provincie, d.d. 3Q Decemberc 1936, G. nr.544 en 27 Januari
1937, Go nr.,486, betreffende finacieele hulp aan borgstel lings
fondsen voor den Middenstand.
Bij schrijven .van .25 Januari 1937 stellen burgemeester en
wethouders voor geen bijdrage uit de gemeentekas aan het
borgstellingsfonds te verleenen. Zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burge
meester en wethouders aangenomen.
(Zie decimaal nummer -1,825).
2. VASTSTELLING VERGOEDING ALS BEDOELD IK ART. 101 der
LAGER-ONDERWIJSWET 1920 over 1935.
Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van het bedrag
der gemeentelijke vergoeding bedoeld in artikel 101 der lager-
onderwijswet 1920 over het kalenderjaar 1935.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten het bedrag van bedoelde vergoeding over 1935 vast te
stellen als volgt:
a. voor de Herv.Chr.School, Voorstraat A.8, op
b.
11
c.
11
d.
ti
e.
11
f.
11
De
bijz. lagere school te Fijnaart,
Langeweg A.203,op
R.K.lagere jongensschool, A. 122, op
R.K.lagere meisjesschool, A.122a, op
11 bijz. lagere school te Heijningen, op
bijz. lagere school te Zwingelspaan, op
f. 685,38
272,24
1241,68
1113,86
348,60
745,34.
besluiten worden zonder hoofdelijke stemming onveranderd
vastgesteld. (Zie decimaal nummer -1.851.2 B 07-2).
5. VOORSCHOT VERGOEDING ALS BEDOELD IR ARTIKEL 101 der
LAGER- OHDERW IJ SWET 1920. over 1937.
Hierna stelt de Voorzitter sian de orde de vaststelling van
het voorschot bedoeld in artikel 101 der Lager-onderwijswet
1920, over het kalenderjaar 1937.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten het voorschot op de gemeentelijke vergoeding over
eenkomstig art. 101 der lager-onderwijswet 1920 ten behoeve
van de bijzondere lagere scholen in deze gemeente over het
jaar 1937 vast te stellen op 80van f. 6,64 per leerling,
en wel:
a. voor de Herv.Ghr.School, Voorstraat A.8, op f. 545,81
b. 11 bijz.lagere school, te Fijnaart,
Langeweg A.203, op 205,84
c. H R.K.lagere jongensschool, A.122, op 1025,22
11 R.K.lagere meisjesschool, A.122a, op 993,34
e. bijz. lagere school te Hèijningen, op M 229,74
f. bijz. lagere school te Zwingelspaan, op 601,58.
Voorts wordt zonder hoofdelijke stemming besloten te
bepalen, dat de uitbetaling van het voorschot zal geschieden
in twee gelijke termijnen, verschijnende 1 Mei en 1 October
1937.
(Zie decimaal nummer -1.851.2 B/07-2).