kingen in dienst der gemeente moeten worden aangewezen, welkl
met uitsluiting van andere gegadigden - slechts kunnen worde!
vervuld door militairen of gewezen militairen, die ingevolge!
een wettelijke regeling aanspraak hebben op benoeming tot
ambtenaar in dienst van een der lichamen, genoemd in artikel!
3 en artikel 4 der pensioenwet 1922 (staatsblad n& 240).
Zonder beraadslaging wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten aan Hare Majesteit de Koningin ontheffing te vragen!
.van de .verplichting, .opgelegd in bovenvermeld wetsartikel,
aangezien naar het oordeel van :den Raad er geene ambten en I
betrekkingen zijn, welke voor aanwijzing in aanmerking komen! j
(zie decimaal nummer -2.08.2)
3. VASTSTELLING VERORDENING ART. 208 DER GEMEENTEWET
Hierna komt ter tafel een schrijven van burgemeester en wet-l j
houders d.d. 14 September 1936, waarbij, naar aanleiding var.j
een schrijven van gedeputeerde staten dézer provincie van 9
September 1936, G. N2 361, IIIe.Afd., wordt voorgesteld op
nieuw tot vaststelling van een verordening als bedoeld in
artikel 298 der gemeentewet over te gaan, met intrekking vanl
de terzake op 24 Juli 1936 vastgestelde verordening.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt!
het bij bovenvermeld voorstel van burgemeester en wethouders!
overgelegd ontwerp-besluit onveranderd vastgesteld. (Zie
decimaal nummer -2.07^.76).
4. VASTSTELLING- GEMEENTE-BEGROOT 1Kb VOOR 1 937
De Voorzitter stelt hierna aan de orde de behandeling en!
vaststelling van de gemeente-begrooting voor het dienstjaar
1937.
Spreker geeft gelegenheid tot het houden van algemeene
beschouwingen. jj
Door niemand wordt hierbij het woord verlangd. Ook bij del
artikelsgewijze behandeling verlangt geen der leden het woorl
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordtl
besloten tot vaststelling van de aangeboden ontwerp-gemeentel
begrooting voor het dienstjaar 1937, zooal's dit ontwerp xs I
gewijzigd bij nota van wijziging d.d. 15 October 1936, en wel
wat den gewonen dienst betreft, de ontvangsten en uitgaven I
tot een gelijk bedrag van 171120.43, wat den kapitaaldiensj
betreft, de ontvangsten en uitgaven tot een gelijk bedrag
van 35515.67
5. VASTSTELLING VERORDENING OPCENTEN GEMEENTEFONDSBELASTING.
Bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor 1937
wordt mede zonder hoofdelijke stemming besloten met ingang van
'het belastingjaar 1 Mei 1937 tot en met 30 'April 1938 ten
behoeve der gemeente op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting
te heffen 75 opcenten.
De bij de ontwerp-begrooting voor 1937 overgelegde ontwerp
verordening als bovenbedoeld, wordt zonder hoofdelijke stemming
onveranderd vastgesteld (Zie decimaal nummer -1.714,524).
6. WIJZIGING GEMKBNTEBEGRQOTING VOOR 1936.
riet ter tafel gebrachte ontwerp-besluit model D.Vie wijzi
ging, wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming onveranderd vastgesteld (Zie decimaal nummer -2.07.352,11),
7. VERORDENING OP DE HEEDING VAN SCHOOLGELD.
Aan de orde komt de vaststelling van een verordening op de
heffing van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs in de
gemeente Fijnaart en Heijningen.
Bij schrijven van 28 September 1936 stellen burgemeester en
wethouders voor, ae desbetreffende verordeningen vast te
stellen overeenkomstig de bij hun evengenoemd schrijven aan-
geboden ontwerp-verordeningen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten -ftot vaststelling van de door burgemeester en
weihouders aangeboden ontwèrp-verordeningen'op de heffing en
invordering van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs
in de gemeente Fijnaart en Heijningèn (zie decimaal nummer
-1.851.2/02.2)
8. INTREKKING VERORDENING KÉFFING VEHMAKBLIJKHEDENBELASTING.
In behandeling komt een s chrijven van burgemeester en
wethouders, d.d. 16 October 1936, waarbij wordt voorgesteld
de verordening op de heffing en invordering van een vermake-
lijkhedenbelasting in de gemeente Fijnaart en Heijningen in
te trekken op grond dat deze belasting een 'zeer gering bedrag
opbrengt en een gezonde ontwikkeling van het vereenigingsleven
in den weg staat.
Zonder 'beraadslaging dn zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten deverordening op de heffing en invordering van een
vermakelijkhedenbeïas'ting in de gemeente Fijnaart en Heijninger
vastgesteld bij raadsbesluit van 6 Mei 1935/3 Februari 1936,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9 Maart 1936, N2 26,
