dijken te doen egaliseeren. Spreker acht het gewenscht
om hierover besprekingen te voeren met de waterschapsbesturen
De Voorzitter zegt dat tegen.het najaar.te willen doen.
De Heer H. van Dis merkt op, dat het dan gpen tijd is om
dergelijk werk te verrichten. Volgens spreker is het nu de
aangewezen tijd, er zijn werkloozen genoeg.
De heer C.J. van Dis acht nu de tijd beter dan in het
najaar.
De Voorzitter zegt hierover te zijner tijd met de water
schapsbesturen te zullen spreken.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris, De Voorzitter,