Adressanten moeten hun adres richten aan hen bij wien het
thuis behoort. Wij zijn in beginsel niet ongenegen om mede
te helpen, zegt spreker.
De heer M.Bom zou het dienstig vinden om dit aan
adressanten mede te deelen.
De heer H. van Dis Jzn. - welke thans de vergaderzaal
binnentreedt - vraagt of het thans gaat over den Kwar-
tierschendijk.
De Voorzitter antwoordt bevestigend en zegt dat de
waterschappen staan onder toezicht van Gedeputeerde
Staten. Wanneer er met de waterschapsbesturen niets valt
te bereiken kunnen adressanten zicg tot dat college
wenden
De heer H. van Dis stelt de vraag of de gemeenschap
er niet te veel buiten wordt gelaten. Het loopt slechts
over een klein stukje dijk tusschen twee verharde gedeelten.
Spreker meent dat het op niets zal uitloopen wanneer over
eenkomstig het voorstel van .Burgemeester en Wethouders
wordt gehandeld. Spreker is er voor de belanghebbenden
eenigszins tegemoet te komen.
Hierna wordt het voorstel van airgemeester en Wethouders
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
(Zie decimaal nummer -1.811.11).
2. STEUN VERLEEN ING B, NATIONAAL CRISIS-COMITÉ.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders, d.d. 15
April 1955* -1.8142.97,wordt zonder eenige discussie en
zonder hoofdelijke stemming besloten: Over het jaar 1955
beschikbaar te stellen uit de gemeentekas een bedrag van
f. 515,- in totaal, bestemd voor het verstrekken van
extrahulp aan werkloozen s teun ver leening B.bedoeld in de
circulaire van het Nationaal ürisis-Comité, d.d. 50 Maart
1955» U 87, berekend naar een gemiddeld getal werkloozen van
150 x f. 2,10 per werklooze.
(zie decimaal nummer -l8!j2.97)«
5. RECLAME VERGUNNINGSRECHT DRANKWET.
In behandeling komt een schrijven van A.G.J. de Blaaij,
caféhouder, wonende te Fijnaart, wijk A. nr. 157* waarbij
bezwaar wordt ingebracht tegen den aanslag van reclamant in
het vergunningsrecht, vergunningsjaar 1955"195^.
Bij schrijven d.d. 29 April 1955, -I.7i9.52i, stellen
Burgemeester en Wethouders, onder verwijzing naar hetgeen in
de Nota van Aanmerkingen op de gemeen te-begrooting voor het
dienstjaar 1955 omtrent de heffing van het vergunningsrecht
ingevolge de Drankwet wordt medegedeeld, aan den Raad voor
het bezwaarschrift van de Blaaij om verlaging van zijn aanslag
in het vergunningsrecht voor kennisgeving aan te nemen.
De heer A. Hamers bepleit verlaging van den aanslag. Het is
voor de kasteleins ook crisis. Het gaat toch niet aan, zegt
spreker, om de belasting te halen waar het Met is.
De Voorzitter zegt, dat dit laatste niet wordt gedaan. Naar
spreker meent is de huurwaarde van de localiteit van de Blaaij
niet te hoog geschat.
De heer H. van Dis vraagt naar welke basis is geschat.
De Voorzitter zegt naar de redelijke waarde van het
bedrijf.
De heer B.P. Maris vraagt of de waarde van het geheele
perceel of alleen van de vergunningslocaliteit als basis
wordt genomen. 0
De Voorzitter zegt, de localiteit met aanhoor!gheden
De heer P. van öprundel zegt er voor te zijn het vergunnings
recht