punt voor punt t9 zullen doen behandelen#
In den aanhef van de nota van aanmerkingen deelen Gede
puteerde Staten mede, dat zij zich met de raming eener
extra bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds eerst
dan kunnen vereenigen, wanneer de gewone ontvangsten zoo
hoog mogelijk zijn opgevoerd en de gewone uitgaven zoo laag
mogelijk zijn geraamd.
Hierbij wordt het volgende aangeteekend
1. De heffing van het vergunningsrecht behoort te worden
vastgesteld op f. 12,50 per f. 5^,- huurwaarde of gedeelte
hiervan
Burgemeester en wethouders,» zegt de Voorzitter, stellen
voor hierop te antwoorden, dat deze belasting, welke thans
f. 10,- per f. 50,- huurwaarde bedraagt, niet hooger kan
worden opgevoerd en dat de meerdere opbrengst ook zeer
gering is.
2. Volgens art. 21 der Besmettelijke Ziektenwet 1928 moeten
de eventueel ten laste der gemeente komende kosten worden
verhaald, op belanghebbenden. De noodige verordeningen worden
zoo spoedig mogelijk ingewacht.
Burgemeester en Wethouders, zegt spreker, stellen voor hier'
aan,te voldoen.
3. Ingewacht worden de noodige verordeningen tot heffing en
invordering eener belasting op tooneelvertooningen en
andere vermakelijkheden.
Burgemeester en Wethouders, zegt spreker, stellen voor
te antwoorden, dat hierop niet kan worden ingegaan omdat
deze belasting al zeer weinig zal opbrengen, deze opbrengst
derhalve niet evenredig zal zijn aan de kosten en de zorgen
aan een goede invordering verbonden, en zou moeten worden
opgebracht door vereenigingen welke voorheen van de gemeente f
subsidie ontvingen doch welke subsidie uit bezuinigingsoogpunt
moest vervallen.
1;. De uitgaven zijn in het algemeen niet hooger te stellen
dan de bedragen terzake in de rekening 1933 verantwoord.
Burgemeester en Wethouders stellen vóór enkele posten, die
hooger zijn geraamd op de bedragen van 1933 terug te brengen.
5. Op den post voor onvoorziene uitgaven is geen hooger bedrag
uit te trekken dan 1 der werkelijk veranderlijke gewone
uitgaven
Burgemeester en Wethouders stellen voor om deze post van
f. 5000,- terug te brengen op f. 1000,-.
6. Memorie-posten en daarmede gelijk te stellen posten
behooren te vervallen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor hieraan te voldoen.
7. De vraag rijst of het op post volgnummer 106 uitgetrokken
bedrag van f. l600,- wegenonderhoudniet als een kapitaals
uitgaaf is te beschouwen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor te antwoorden, dat het
hier betreft het gewoon onderhoud van de wegen en mitsdien niet
op den kapitaaldienst thuis behoort.
8. Met het oog op. den financieelen toestand, der gemeente is
geen hooger bedrag wegens leermiddelen en schoolbehoeften te
ramen dan naar f2,- per leerling.
Burgemeester en Wethouders stellen voor hieraan te voldoen.
9. Naar welke normen pleegt ondersteuning te worden gegeven.
Burgemeester en wethouders stellen voor te antwoorden dat dit
geschiedt naar behoefte. 02
10. De aandacht wordt geveatigd op de memorie van toelichting
van het wetsontwerp tot instelling van een werkloosheids-
subsidiefonds, waarin de Regeering spreekt van een feitelijk
maximum van 200 opcenten op de hoofdsom der Personeele