Behandeling van eventuele vragenwelke vóór 3 januari 1979
door de raadsleden schri ftelijk bij de voorzitter zijn ingediend.
toe 1i cht i ng
Alhoewel de raad op grond van artikel 32 van het reglement van
orde bevoegd blijft om toestemming te geven tot het stellen van
een mondelinge vraag, wordt aanbevolen van deze mogelijkheid
alleen dan gebruik te maken, wanneer sch r i fte 1i j ke vraagstelling
niet tijdig meer mogelijk is en de urgentie van de vraag geen
uitstel tot een volgende gelegenheid gedoogt, dit om een zo
verantwoord mogelijke beantwoording namens het college van
burgemeester en wethouders mogelijk te maken.
Sluiting.