ai
ai
l
Gemeente Etten-Leur
nnpnbare vergadering van de raad der gemeente Etten-Leur,
Notulen van de p da? 17 december 1979 des avonds om half acht
welke werd gehouden op maandag x/
in het raadhuis.
Aanwezig:
mr. F.J.M. Houben, voorzitter;
J. Quaijtaalwethouder;
T.C. Vermeulen, wethouder,
P.A.J. Luijkx, wethouder;
p A V Breugelmanswethouder;
11raadsleden, met uitzondering van mevrouw M. Geerts-v.d.
A J Klep en J. Hoogerhoud ,die wegens ziekte
en cl© nei
verhinderd waren;
A.P. Snijders, secretaris;
m!j. van Rijckevorselnotulist.
Wal
enA
■tter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de
voorstemmer wordt aangewezen nummer 13 van de
aanwezigen, ais
presentielij sti
de heer Lucassen.
at hierna over tot het benoemen van een commissie
De voorzi e geloofsbrieven van de in de plaats van de
r°r jV" Ackermans tot raadslid benoemde heer M. Bijl.
heer «j eleden WOrden door de voorzitter aangewezen mevrouw
Als commi heren Voskuijl en Lucassen, die met assistentie
Jacobs-Bosse^^ geloofsbrief zullen onderzoeken, waartoe
van de sw vergadering voor een korte periode schorst.
v6 IproDening van de vergadering deelt de heer Voskuijl namens de
Na nei p de geloofsbrief voldoet aan de eisen van de
commissie m voldaan aan de eisen van de gemeentewet, dat
p^eeen beletsekn zijn tot toelating van de heer M. Bijl tot raadslid.
Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Hle ïtter deelt nog mede, dat gedurende acht dagen elk lid van
De voor^teraad) aismede de burgemeester, tegen deze beslissing bij
de gem®rde staten schriftelijk bezwaren kan indienen. De beslissing
vande raad wordt dus pas onherroepelijk na de termijn van beroep.
notulen van de vergadering van 26 november 1979 worden zonder
v, nfdeliike stemming aangenomen.
«°°L,w van Bezooijen zegt op bladzijde 168 bij agendapunt 5 een
ï^^^r^kt^ti^hebben over de 5 procent van het Vormingswerk
^^Volwassenen. In de notulen komt dit over als of zij zou vinden,
d ze 5 procent te veel is om door betrokkenen te worden
dat bracht Wat zij bedoelde was, dat de redactie in de toelichting
°P^hetfoorstel niet juist was, omdat daarin stond, dat de overige
°P„rocent door de deelnemers moet worden opgebracht.
vindt dit een verantwoordelijkheid van het bestuur en zij meent,
dat dit in de commissie ook zo is gesteld.
- 187 -
