- 171 - h hu voorstel niet de instemming kan hebben van de fractie hp d A Dit op grond van het feit, dat de heffing niet gebeurt op'grond van het "draagkrachtprincipe" Wethouder^Breugelm^ns zegt. dat dit .1 naar voren ra gebracht "HÏièHH5~^tïSffS^de vergadering van de commissie voor algemeen ÏJ^ncieel beheer, belastingen en middenstands zaken door de heer Ackermans De meerderheid van het college van burgemeester en trol talliee adviescommissie van financiën, rieden van de tractie van de P.v.d.A., bliiven op het standpunt staan, dat hier het profijtbeginsel toegepast dient te worden, aldus de wethouder. De heer Ackermans zegt, dat ook de fractie van de P.v.d.A. er voor d t eén~zekêr~percentage van de kosten van "Sint Frans" middels de'tarievenheffing van de schoolgelden terugverdiend wordt. Als Hit met het profijtbeginsel wordt bedoeld, is de fractie van de d A ook voor het profijtbeginsel, aldus de heer Ackermans. Hii'voegt hieraan toe, dat zijn fractie vindt, dat degenen die meer kunnen bijdragen dit ook moeten doen, zodat de minder draapkrachtigen ook in staat zijn een cursus te volgen bij ,IgFrans" gedeeltelijk bekostigd uit hetgeen de meer draag- krachtigen meer hebben moeten betalen. Bovendien is in de commissie gesteld, dat bij toepassing van dit beginsel, de opbrengst aan lesgelden wel eens hoger zou kunnen uitvallen dan de nu berekende ruim 21 procent van de kosten, waarbij niet itgesloten werd,dat dan de voorgeschreven verhouding van 30 - 70 zal worden gehaald. Dit alles kan mits het draagkrachtprincipe wordt toegepast. Breugelmans deelt mede, dat het grote tekort op de ex- -YTtatlëTvan "Snt Frans" gedekt wordt door de algemene uitkering uiThet gemeentefonds, die gevoed wordt door belastingen op basis van het draagkrachtbeginsel. Hierdoor dragen de meer draagkrachtigen toch al genoeg bij voor de exploitatie van'Sint Frans", zij het dan op een andere wijze, aldus de wethouder. 0 de vraag van wethouder Breugelmans of de heer Ackermans de heffingen redelijk of onredelijk vindt, antwoordt deze, dat dit niet in discussie is, maar dat het gaat om de wijze waarop die heffingen plaatsvinden. De wethouder voegt hieraan toe, dat, indien men het draagkracht- r^^v^p^st toe te passen, dit hateerbaar moet zijn bijvoorbeeld qua middelen en mensen en dat door de steeds verdere nivellering van de inkomens het in toenemende mate mogelijk wordt het profijt beginsel toe te passen. Zo ook met de vaststelling van gemeentelijke tarieven. En indien in de toekomst blijkt, dat iemand niet op een menswaardige wijze aan een cursus kan deelnemen, er altijd nog andere middelen zijn om zo'n iemand aan de lessen te laten deelnemen Volgens de heer Ackermans staat het vast dat, zoals in andere gemeenten blijkt, ook in de gemeente Etten-Leur heffing volgens het draagkrachtprincipe mogelijk is. De heer van de Goorbergh zegt met het oog op de nota gemeentelijke heffingen er door het C.D.A. uitdrukkelijk gesteld is, dat de verhouding tussen de opbrengst van de belastingen, zoals die door de rijksoverheid gevorderd worden en de heffingen die door de gemeente worden geïnd, in dit geval lesgelden, ongeveer is 95 5 en dat bij de heffing van die 95 procent het draagkracht beginsel wordt toegepast en dit tot vrijwel alle geledingen van de bevolking is doorgewerkt. Hierdoor vindt de fractie van het C.D.A. het echt niet noodzakelijk dit nog eens op gemeentelijk niveau te herhalen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 335