- 138 -
De heer van der Lee wijst op de bestaande coalitie tussen zijn
J^ïTe en die ^Thet C.D.A. Daarbij werd onder andere de
afspraak gemaakt, dat de fractie van het C.D.A. 3 en de P.v.d.A.
1 wethouder zou leveren. Daarom was het voor de P.v.d.A een
duidelijke zaak, dat de nieuwe wethouder uit de C.D.A.-kring
moest komen.
b„t CDA in deze heeft gevolgd, kan echter niet
De procedure, die het c.u.a.
„h-in fractie wegdragen. Als coalitie-partner
de goedkeuring van zijn iracxie weg b
J overleg verwacht. De C DA -fractie meende
had men gezamenlijk overieg vex we
echter dat dit enkel een zaak van hun eigen fractie was. Daarop
heeft zijn fractie uit de gelederen van het C.D.A. een candidaat-
wethouder gekozen. Gelukkig bleek deze keuze dezelfde te zijn, als
die van het C D.A. Toch was het voor de coalitie beter geweest,
als het CDA aan de P.v.d.A. het vertrouwen had geschonken om samen
tot één candidaat te komen.
Verder merkt spreker nog op, dat sommige raadsfracties menen, dat
het verkiezen van een wethouder te maken heeft met de verkoop
van woningwetwoningen. Dit zijn twee heel verschillende dingen. De
verkoop van de woningwetwoningen heeft wel te maken met de afspraak,
die bij de totstandkoming van de coalitie werd gemaakt. Volgens
deze afspraak zal het C.D.A. de minderheidsnota over de verkoop
van woningwetwoningen op haar waarde beoordelen. Wat dit aangaat
ziet spreker met vertrouwen de raadsvergadering tegemoet, waarin
deze nota zal behandeld worden.
De voorzitter dankt de heer van der Lee en geeft het woord aan
^^r^T^wijk, die zich als volgt tot de raad richt:
zou de V.V.D. gaarne de volgende stemverklaring
willen afleggen:
In antwoord op de brief van de fractie van het C.D.A. van 30 juni
ionestledenwaarbij de heer Breugelmans candidaat werd gesteld
voor de wethoudersvacature, heeft de V.V.D.tesamen met D'66
en de lijst van Kuijck, het C.D.A. medegedeeld niet zonder meer
achter deze candidatuur te staan. Wij vroegen aan het C.D.A. zekerheid
in verband met de verkoop van het gemeentelijk woningbezit aan de
bewoners - en wel in het bijzonder de bewoners van de Grauwe Polder,
die door opschorting door het college van burgemeester en wethouders
van een raadsbesluit, in onzekerheid waren komen verkeren. Het C.D.A.
liet de gezamenlijke partijen van V.V.D., D'66 en lijst van Kuijck
weten hun motivatie niet relevant te vinden. Opnieuw reageerden
drie genoemde partijen gezamenlijk bij brief van 10 juli jongstleden
aan het C D.A. Gezien het feit, dat van de zijde van het C.D.A.
geen enkele reactie -in welke vorm dan ook- hierop is ontvangen, mijnheer
de voorzitter, kan de V.V.D. de candidatuur van de heer Breugelmans
niet steunen.
Wij willen hierbij opmerken, mijnheer de voorzitter, dat de heer
Breugelmans voor ons een zeer aanvaardbare candidaat geweest zou
zijn, als wij van het C.D.A. de gevraagde zekerheidstelling hadden
gekregen. Daar onze fractie noch blanco noch ongeldig wenst te
stemmen, is de consequêntie hiervan dat wij een tegencandidaat
zullen moeten hebben.
In een monistisch stelsel als een gemeentebestuur worden zowel
VVD. D'66 en de lijst van Kuijck nogal eens aangeduid als "de"
oppositie. Zoals elke andere partij kunnen wij in oppositie zijn
tegen bepaalde voorstellen, maar ook wij zijn voor een zo goed
mogelijk bestuur van Etten-Leur. Het past ons inziens echter niet
in een monistisch bestuur dat burgemeester en wethouders een zo
ingrijpend b. en w.-besluit als opschorting van verkoop van gemeentelijk
woningbezit, aangenomen bij raadsbesluit, niet aan de raad bekend
maken