- 134 - Mevr Zuijdwijk deelt mede, dat op hetgeen bedoeld wordt nog geen antwoord"gegeven is. Het gaat n.l. om het feit, dat er een geldende huisvestingsnota is, welke aangenomen is bij raadsbesluit. Dit geldend raadsbesluit wordt niet uitgevoerd, omdat zonder meer gesteld is, dat de verkoop van de woningwetwoningen in Grauwe Polder naar aanleiding van de reeds genoemde redenen opgeschort is. Aangezien de reeds ge noemde nota's er nog niet zijn dienen op grond van de thans nog gel dende huisvestingsnota de mensen, die erom vragen, geholpen te worden. Wethouder Vermeulen deelt mede, dat tot deze voorlopige opschorting besloten ifTr^hPrTav. de door de minister gevraagde beleidsnota en de discussie in de Tweede Kamer m.b.t. deze materie. Mevr. Zuijdwi.ik zegt dat indien dit zo is dan in het antwoord vermeld had moeten worden wanneer dan wel tot verkoop zou worden overgegaan. Aangezien de beleidsnota's er nog niet zijn blijft het een pricipiële kwestie, dat de thans geldende huisvestingsnota uitgevoerd dient te worden. Wethouder Vermeulen deelt mede, dat de reden, dat de beleidsnota er nog niet is ligt^an het feit, dat er t.a.v. de verkoop van woningen enige verandering gekomen is. Vroeger werd n.l. de prijs van een woning door de minister bepaald. Nu echter dient dit te geschieden door een onafhankelijke taxateur. Thans zijn er enige proeftaxaties verricht, die aan het college van burgemeester en wethouders zullen worden voorge legd waarna ze door de minister moeten worden goedgekeurd. De heer Hulsebos zegt het volgende: Naar aanleiding van hetgeen door Jacobs ^3rT~wethouder Vermeulen gezegd is valt het mij op, dat steeds de circulaire van de minister genoemd wordt. Inderdaad heeft de minister gezegd dat de gemeenten een beleidsnota moeten inleveren m.b.t. deze kwestie. Tegelijkertijd wordt in dezelfde circulaire heel duidelijk de mogelijkheid geboden om - zij het niet zo uitvoerig als voorheen- maar met bepaalde beperkingen in de getals criteria, huis vestingsnota's e.d. die er al zijn ten uitvoer te brengen. Ik begrijp daarom het verschuilen, zo noem ik het dan, achter deze ministeriële circulaire niet zo erg goed. Sterker, ik begrijp niet waarom het colleg van burgemeester en wethouders op grond van deze circulaire tot op schorting heeft besloten. De heer Aerts leest een brief voor van de heer M.J.A. van Benthem, Beiaard 19 Etten-Leur, waarin vermeld wordt, dat op zijn aanvraag om zijn woning te kopen schriftelijk niet gereageerd was. Hierna leest de heer Aerts een brief voor van burgemeester en wethouders waarin ge- aagd werd op 21 juni j.l. thuis te blijven i.v.m. het verrichten van proeftaxaties t.b.v. de verkoop van woningen.Op die bewuste dag is echter niemand gekomen om die taxaties te verrichten T.a.v. deze twee brieven verzoekt de heer Aerts om alsnog schriftelijk te reageren. De voorzitter zegt dit toe. Mevr. Zuijdwijk, de heer Hulsebos en wethouder Vermeulen benadrukken ^ogn^aals hetïün Veeds eerder door hun gezegd is. Wethouder Vermeulen verzoekt de raad met klem deze motie niet aan te nemen, omdat het Vele consequenties zal hebben op de totale huisves tingsbeleid in Etten-Leur en met name op het nog ongeschonden gebied in de Grauwe Polder Mevr. Zuijdwijk vraagt of het de bedoeling is om de verkoop van woninge in de Grauwe Polder op te schorten totdat de nieuwe beleidsnota aan genomen is. De heer Hulsebos zegt nogmaals niet in te zien waarom het besluit tot voorlopig opschorten van de verkoop van woningen in de Grauwe Polder genomen is. Dit gezien het feit, dat de ministeriële circulaire de ruimte biedt om op grond van de thans bij raadsbesluit aangenomen huisvestingsnota toch deze woningen te verkopen. Wethouder Vermeulen zegt, dat het hier gaat over het eerste contingent woningen in de Grauwe Polder, die in 1973 gebouwd zijn en als zodanig in aanmerking komen om verkocht te worden. Aangezien het feit, dat in de nog ongeschonden wijk van de Grauwe Polder nog geen woningen ver-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 297