- 131 -
college van burgemeester en wethouders op 18 oktober 1978
een besluit tot opschorting van woningverkoop in het plan
Grauwe Polder heeft genomen.
ad 3- Artikel 209 van de gemeentewet stelt: Tot het dagelijks
bestuur der gemeente aan burgemeester en wethouders opge
dragen behoort
a) het uitvoeren der besluiten van de raad;
enzenz
ad 4- Dat de gemeente Etten-Leur een voortvarende gemeente is,
Mijnheer de Voorzitter, mag algemeen bekend worden geacht.
Maar de gemeente Etten-Leur zal toch niet zo voortvarend zijn,
Mijnheer de Voorzitter, dat zij geschiedenis gaat maken met
betrekking tot het Nederlandse recht?
De door ons gestelde vraag 4 sloot aan op onze vraag 3, waarin
wij vroegen of het college van burgemeester en wethouders zich
niet in strijd achtte met de uitvoering van het raadsbesluit
van 20 juni 1977 in casu de Huisvestingsnota.
Bij vraag 3 wordt als antwoord door uw college gegeven dat uw
college zich daarmee niet in strijd acht.
Was onze vraag 4: zo neen, is het college van burgemeester en
wethouders dan bereid de ingediende aanvragen tot aankoop van
woningwetwoningen, gelegen in het plan Grauwe Polder, alsnog
in behandeling te nemen? Op die vraag luidt uw antwoord: af
hankelijk van de resultaten van de beleidsnota zullen de aan
vragen tot verkoop van woningwetwoningen gelegen in het plan
Grauwe Polder behandeld worden.
Zulk antwoord houdt in, mijnheer de voorzitter, dat de voort
varendheid van de gemeente Etten-Leur zo ver wil gaan, dat
vooruitlopend op de beleidsnota- die weer in een raadsbesluit
zal resulteren- de gemeente al vast met terugwerkende kracht
de verkoop van woningwetwoningen "opschort" met referte aan
een raadsbesluit, dat nog genomen moet worden. Voorwaar een
unicum in het Nederlandse recht en ongebruikelijk in datzelfde
recht. Gelukkig zijn wij nog niet zo ver en we hopen ook nooit
zo ver te komen, Mijnheer de Voorzitter, al is de door uw col
lege genomen beslissing de verkoop van woningen in het plan
Grauwe Polder op te schorten" etc. en de motivering hiervan,
wel een stap in die richting.
Mijnheer de Voorzitter: de V.V.D. heeft nog eens de mooie woorden her
lezen, die in de raadsvergadering van 20 juni 1977 door de diverse
fracties zijn gezegd; sommige fracties spraken voor zichzelf, sommige
als woordvoerder van enkele toenmalige fracties. Vijf van die fracties
hebben zich in de huidige raadsperiode verenigd tot het C.D.A. Zestien
maanden na de roerende woorden van genoemde fracties neemt een college
waarin de C.D.A.-fractie een meerderheid heeft, dus 6 weken na de in
stallatie van het nieuwe College van burgemeester en wethouders, Mijn
heer de Voorzitter- neemt dat College een besluit tot opschorten van
verkoop van woningen, gelegen in het plan Grauwe Polder, over welke
woningwetwoningen geen woord geschreven staat over niet-verkoop in de
geldende Huisvestingsnota. En dat waarbij de samenstelling van het hui
dige College van burgemeester en wethouders gezegd is, dat de P.v.d.A.
een met cijfers onderbouwde minderheidsnota zal brengen, die door het
C.D.A. op haar waarde zal worden geschat zie notulen raadsvergadering
van 5 september 1978, waar de V.V.D. hieraan aandacht heeft gewijd).