- 130 - De heer Lucassen zegt eindelijk blij te zijn, dat de centrale antenne-inrichting verbeterd wordt. Wethouder Luijkx deelt mede, dat niet exact gezegd kan worden wanneer met de^erkzaamheden begonnen zal worden en hoelang het zal gaan duren. Met Pieter Stapel's Handelmij b.v. zal hierover gesproken worden waarna dit in de openbare commissievergadering voor openbare wer ken bekend gemaakt zal worden. 22 De voorzitter deelt mede, dat geen voorstellen ingevolge artikel 21 van het reglement van orde zijn ingediend en dat er geen nagekomen agendapunten aan de orde worden gesteld. 23 M b t de beantwoording van de in de vorige vergadering gestelde vragen vraagt de heer van de Goorbergh of in de brief, die naar de v v. D.S.E. verzonden zal worden ook inderdaad vermeld staat, dat in'het óntvangstlokaal voor scheidsrechters en bezoekende vere nigingen geen dranken mogen worden verstrekt tegen betaling. Wethouder QuaijtaaJ, zegt, dat in de brief datgene vermeld zal worden zoals dat toegezegd is. Mevr Zuiidwijk deelt het volgende mede: Mijnheer de Voorzitter: Wij willen hier onze reactie geven op uw antwoorden op de vragen van de V.V.D. fractie, ingediend bij brief van 15 juni 1979, nu ter behandeling bij agendapunt 23. ad 1 - Uw antwoord bevestigt dat op 18 oktober 1978 een burgemeester en wethoudersbesluit genomen is en hier volgt dan een zin van 72 regels, die erop neerkomt dat u besluit de uitgangspunten en/of voorwaarden voor de geldende regeling voor de verkoop van woningwetwoningen opnieuw te toetsen met het oog op de toen aan de orde komende mogelijkheden voor verkoop van woning wetwoningen in het plan Grauwe Polder, etc. Mijnheer de Voorzitter: bij de vaststelling door de gemeente raad van de Huisvestingsnota op 20 juni 1977 was bekend, dat de woningen in de Grauwe Polder binnen afzienbare tijd in aan merking zouden komen voor verkoop. Nogmaals mijnheer de voorzitter, in de door de raad aange nomen Huisvestingsnota op 20 juni 1977, staat niets vermeld over eventuele niet- verkoop van woningen in het plan Grauwe Polder. Daarbij komt, mijnheer de voorzitter, dat het college van bur gemeester en wethouders een besluit neemt op 18 oktober 1978, welk besluit geen bekendheid krijgt en zelfs niet aan de Raad wordt medegedeeld. ad 2 - Uw college is van mening, dat bij de uitvoering van raadsbe sluiten enige beleidsmarge aanwezig is. Nogmaals vraagt de V. V D.-fractie waarop dit gestoeld is De gemeentewet noch het reglement van orde geven ons enige aanwijzing. Moeten wij bij meerdere raadsbesluiten gaan incalculeren dat het college van burgemeester en wethouders enige beleidsmarge neemt? Welke waarde kent men dan toe aan een raadsbesluitwanneer deze enige beleidsmarge niet eens aan de Raad wordt medegedeeld Als de V.V.D. de onderhavige zaak van woningwetwoningen - ver koop - voortvloeiend uit een raadsbesluit - in de raadsvergade ring van 28 mei 1979 niet aan de orde had gebracht, mijnheer de voorzitter, dan zou de Raad niet eere geweten hebben dat het

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 293