- 98 - van de contracten van "onze" mensen met de G.G.D. van het Stadsgewest, voor wat betreft de taakstelling en de functieverdeling, nog niet bekend zijn. "Moeten wij er nu op vertrouwen, dat de brief van het stadsgewest van 17 mei jongstleden voldoende waarborgen geeft voor een geruisloze overgang", zo vraagt zij zich af. Uit deze brief is weliswaar duidelijk te lezen, dat de wil aanwezig is, maar niet precies welke mogelijkheden hard gemaakt kunnen worden. Er wordt teveel gesproken over "streven naar" en "zo mogelijk". Zij vraagt waarom deze zaken niet voor de behandeling van dit voorstel zijn afgerond. De voorzitter zegt, dat in dezelfde geciteerde zin over de voelbare druk vanuit de onderwijswereld om te komen tot een beter diensten pakket op het terrein van het schooladvies en begeleidingswerkverder ook vermeld wordt het streven van de provinciale- en rijksoverheid om te komen tot grotere samenwerkingsverbanden, waaraan financiële steun zal worden verleend. Dit totaal heeft tot deze initiatieven geleid. In 1972 heeft mevrouw Jacobs zelf in de raadsvergadering gewezen op het feit, dat kleine diensten de kwaliteit en de continuïteit ten aanzien van eventuele regionalisatie in gevaar kunnen brengen en aangedrongen op regionaliser van de schoolgezondheidsdienstIn 1976 is er toen een brief gekomen van het gemeentebestuur van Prinsenbeek, die geleid heeft tot het initiatief om te komen tot een verdere regionalisering van de gezondheidsdienst De gemeente Prinsenbeek was in die tijd al de mening toegedaan, dat de dienst uitgebouwd moest worden. Zij wilden toen reeds aansluiting zoeken bij de gezondheidsdienst Breda Op dat initiatief is toen verder ingehaakt en dat liep toen weer samen met de discussies, die toen op dat moment gingen ontstaan over het wel of niet toetreden van de gemeente Etten-Leur bij het stads gewest Breda. Dit was het ene spoor. Het andere spoor was dan de druk vanuit het onderwijsveld om te komen tot een beter dienstenpakket. Hiervoor is toen een commissie in het leven geroepen, waarvan een dezer dagen het eindrapport tegemoet kan worden gezien. Tegelijkertijd is er toen vanuit het stadsgewest Breda een initiatief genomen om te komen tot een oprichting van een schooladvies- en begeleidingsdienst. Wij waren dus, als beheerscommissie, duidelijk vooruit op de feiten, die zich ook in groter verband afspeelden. Van het commissierapport kunnen we thans nut hebben, nu wethouder Quaijtaal lid is geworden van de werkgroep, die deze dienst van de grond moet gaan tillen. Het college hoopt, dat dit op korte termijn zal gebeuren. De onderhavige overgang betekent voor de psychologen thans een tussenstap, die hopenlijk zal overgaan in die schooladvies- en -begeleidingsdienst. Dit zouden de betrokken psychologen en hun medewerkers ook het liefste zien. Spreker is het eens met de opmerking, dat de overcapaciteit, door het afvallen van de gemeenten Hoeven en Rucphen, gebruikt zou kunnen worden voor de verbetering van het dienstenpakket in de gemeente Etten-Leur, maar het is de vraag of dit verstandig is. In dit verband doet zich echter wel de vraag voor of er juisf een schoolpsycholoog nodig is om het schooladviesbegeleidingswerk van de grond te krijgen. Onze dienst heeft in het verleden veel gedaan aan individuele begeleiding Dat schooladvieswerk is iets dat nog verder uitgediept zal moeten worden Anderen zijn echter weer van oordeel,dat daar een orthopedagoog aan te pas moet komen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 260