- 88 - vraag gesteld had of deze subsidie verhoging gegeven werd ten behoeve van de zevenstigste verjaardag van de Koningin. Toen werd medegedeeld, dat dit een blijvende subsidie betrof. In het voorstel staat echter vermeld, dat voor het jaar 1980 met nadere voorstellen gekomen zal worden over een eventuele blijvende verhoging naar 25 cent per inwoner. Dit is vervolgens haar niet besproken in de commissie onderwijs. Wethouder Ouaijtaal deelt hierop mede, dat aan de commissie onderwijs was voorgesteld om de subsidie voor het Oranjestichting van 0 20 naar 0,25 te verhogen. De commissie heeft toen de wens te kennen gegeven om voor 1979 de subsidie met 0,05 te verhogen en bij de begrotingsbehandeling de subsidie voor het jaar 1980 te bekijken. Met dit advies is het college van burgemeester en wethouders nu meegegaan. Naar aanleiding van het voorstel tot het afwijzen van het subsidie verzoek van de stichting Brabant Eén zegt de heer Ackermans het hiermee niet eens te zijn. In de commissie algemene zaken is dit reeds naar voren gebracht. In dit verslag is het standpunt van de P.v.d.A. onjuist weergegeven. Hierin staat vermeld, dat de P.v.d.A. de stuurgroep Brabant Eén niet zo zag zitten, en dat dit ook een provinciaal P.v.d.A. standpunt zou zijn. Zo is het echter niet gesteld. Gezegd is, dat de P.v.d.A. Brabant Eén alszodanig niet hoefde. Verder deelt hij mede, dat de motivering voor het afwijzen van dit subsidieverzoek tegenstrijdig is. In de brief die verzonden zal worden aan de stichting staat vermeld, dat bij behandeling van uw verzoek ook toetsing aan de gemeentelijke subsidieverordening heeft plaats gevonden. Op grond van deze ver ordening wordt een gemeentelijk subsidie verleend, indien een instelling geacht wordt werkzaam te zijn in het belang van en dienstbaarheid aan de Etten-Leurse gemeenschap. In de voorlaatste alinea staat echter vermeld, dat op grond van de vele onzekerheden over de nadere uitwerking van deze plannen -met name de taakverdeling tussen de bestuurslagen- de gemeenteraad met betrekking tot de vraag Brabant Eén op gedeeld nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan. Hij vraagt zich af hoe zondermeer gesteld kan worden, dat deze stichting enerzijds niet in het belang van de Etten-Leurse gemeenschap werkzaam is, terwijl anderzijds met name over de taakverdeling tussen de bestuurslagen- nog geen definitieve uitspraak is gedaan. De^ voorzitter deelt hierop mede, dat het college van burgemeester en wethouders getracht heeft de motivering in de geest van het advies van de commissie te fomuleren. Het college is van mening, dat de doelstellingen en mogelijkheden van deze stichting nu reeds beoordeeld kunnen worden zonder de uiteindelijke politieke beslissing op regerings niveau af te wachten. Voor wat betreft de toetsing aan de gemeentelijke subsidieverordening deelt hij mede, dat dit een kwestie is van interpretatie De heer Ackermans stelt voor om het subsidieverzoek wederom in de commissie onderwijs aan de orde te stellen, omdat volgens hem in de commissie over de toetsing van dit subsidieverzoek niet besproken was. De voorzitter wijst erop, dat de commissie in meerderheid te kennen heeft gegeven geen behoefte te hebben om het subsidieverzoek opnieuw te beoordelen. Mevrouw Jacobs en mevrouw Zuijdwijk delen mede geen behoeft te hebben om deze kwestie nogmals in de commissie aan de orde te stellen. Ze stemmen in met het advies van de commissie. De voorzitter vraagt aan de heer Ackermans of hij stemming behoeft over deze kwestie. De heer Ackermans antwoord ontkennend. Overeenkomstig voorstel van burgemeester en wethouders en advies van de commissie algemene zaken, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot het afwijzen van het subsidieverzoek van de stichting Brabant Eén. Hierna schorst de voorzitter de vergadering voor de koffiepauze.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 250