- 83 -
Zij vraagt of dit ook niet mogelijk zal zijn op een of ander
terrein. Wethouder Qua ij taal zegt, dat bij een bezoek aan een
aantal scholen gebleken is, dat bij eentweetal scholen in de
avonduren en weekends op het speelterrein deze sport wordt
uitgeoefend. Mevrouw Zuijdwijk zegt gelezen te hebben dat dit
op speelterreinen niet mag. Wethouder Quaijtaal zegt, dat dit
onder het beheer van het bevoegd gezag van die scholen valt.
Het bevoegd gezag bepaalt namelijk of op hun speelterrein deze
sport beoefend kan worden. De voo r zi tter zegt, dat verdere discussie
hierover in de commissie afgerond zal worden.
De heer van Kuijck vraagt naar aanleiding van zijn brief of antwoord
gegeven kan worden of er ook daadwerkelijk een bejaardenflat aan
de Oude Bredaseweg gebouwd zal worden. De voorz i tter zegt, dat
dit aan de raad overgelaten is bij de vaststelling van het
bestemmingsplan. Mevrouw Zui jdwijk vraagt of zij het antwoord op
haar vraag inzake de reconstructie openbare verlichting ke fase
1979 dat gericht is aan de raad, moet zien als een antwoord aan
haarof dat zij alsnog persoonlijk hierop een antwoord zal
krijgenWethouder Luijkx deelt mede, dat mevrouw Zuijdwijk persoonlijk
een schriftelijk antwoord zal krijgen.
Bij de rondvraaa vraagt mevrouw Jacobs naar de stand van zaken
met betrekking tot het globale bestemmingsplan het Hooghuis. In
een voorgaande raadsvergadering was medegedeeld, dat de heer Siepman
-lid van gedeputeerde staten- bereid was aan dit plan een hoge
prioriteit te geven. Zij vreest dat, indien nog langer met het ïndienenvan
dit plan gewacht wordt, deze toezegging vergeten zal worden.
Zij hoopt daarom op een snellere afwikkeling van dit plan. Naar
aanleiding van een publicatie in een van de weekbladen met
betrekking tot het te voeren beleid inzake de kunstzinnige vorming
Sint Frans zegt mevrouw Jacobs het volgende: Het C.D.A. vraagt
zich af of deze wijze van het uiten van kritiek door een gemeente
ambtenaar aanvaardbaar is.
Ons inziens is het niet geoorloofd, dat op deze wijze door welke
ambtenaar dan ook het gemeentelijk te voeren beleid wordt aan
gevallen. Wij menen, dat er betere en zeker meer vruchtbare
mogelijkheden zijn om gesignaleerde problemen te benaderen.
Mevrouw Zui jdwijk vraagt naar de stand van zaken met betrekking
tot het bowlingcentrum. Reeds twee jaar geleden is de plaats
aangewezen waar de bowlingcentrum gebouwd zal worden. In oktober
is reeds de grond aangekocht in verband met vervallen van optie-
recht en dergelijke. Hierna is er niets meer gebeurd. Vervolgens
zegt zij, dat er op spoedige termijn iets aan de bocht in de
Leurse Haven gedaan moet worden.
Deze bocht wordt zwaar afgekaveld door rattepijpen. Verder vraagt
zij of een brief binnengekomen is van het Oranje comité voor
verhoging van het bijdrage per inwoner.
Tenslotte vraagt zij wat er gaat gebeuren aan de slechte situatie
bij de Lage Bremberg tussen de Turfstraat en de Liesbosweg. Ondanks
het feit dat deze weg afgesloten is rijden er vrachtwagens doorheen
om bij de leemputten te komen. Gevolg is dat deze weg helemaal
kapot gereden wordt. Waarschijnlijk is de vorst hiervan ook de
oorzaak. De voorzi tter gaat in op de vraag van mevrouw Jacobs
met betrekking tot het globale bestemmingsplan het Hooghuis. Hij
zegt, dat in de aanstaande vergadering van de commissie ruimtelijke
ordening een planning aan de orde gesteld zal worden, waarin een
procedure opgesteld is hoe de voortgang van dit plan zal plaatsvinden.
Hij verzekert mevrouw Jacobs, dat de heer Siepman vaak aan zijn
toezegging herinnerd zal worden. Naar aanleiding van haar opmerking
inzake de geuite kritiek overhet te voeren beleid met betrekking
tot de kunstzinnige vorming St. Frans deelt wethouder Quaijtaal mede,