- 81 - De gemeentelijke vertegenwoordigers in het Stadsgewest dienen zich naar onze mening zodanig op te stellen, dat bij het nemen van besluiten de opvattingen van de gehele bevolking, dus ook de mening van bijvoorbeeld diegenen, die niet zijn aangesloten bij een landelijke politieke partij, bij de besluitvorming worden betrokken. Onze fractie is van mening,dat binnen het Stadsgewest gemeentelijke belangen moeten prevaleren boven partijpolitieke belangen. Een regelmatig (voor-)overlegtussen de gekozen gewestraads1 eden van onze gemeente achten wij dan ook van het grootste belang. Het zal u duidelijk zijn, mijnheer de voorzitter, dat wij de territoriale fracties in de gewestraad willen handhaven. Wij kunnen instemmen met uw voorstel de kwaliteitszetel van de burgemeester te laten verdwijnen en hiervoor in de plaats deze kwaliteitszetel te behouden voor een lid van het college van burgemeester en wethouders. Wij vinden het bijzonder belangrijk^ dat de gemeente door een lid van het dagelijks bestuur in het Stadsgewest blijft vertegenwoordigd. Onze fractie gaat ook accoord met het voorstel tot het laten vervallen van het veto recht onder de in het raadsvoorstel genoemde voorwaarden. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, zijn wij het met u eens, dat de functie van voorzitter van het Stadsgewest erg zwaar is. Dit geldt zeker voor de huidige voorzitter. Wij zijn echter van mening, dat het voorzitterschap toch moet worden vervuld door iemand die uit en door de gewestraad wordt gekozen. Overigens kunnen wij instemmen met uw visie op de bestuurs structuur van het Stadsgewest Breda, zoals in uw voorstel van 21 maart jongstleden is weergegeven. Mevrouw Zuiidwijk zegt namens de V.V.D. hiermee in te stemmen, temeer omdat de vertegenwoordiging in het Stadsgewest gezien kan worden als een verlengd lokaal bestuur. Afgezien van onze politieke overtuiging hebben wij nog altijd het gevoel, dat wij de belangen van de gemeente Etten-Leur vertegenwoordigen en niet van onze politieke groepering. De heer Ackermans zegt, dat het bekend is dat de P.v.d.A. voor het model 5 gekozen heeft, welke nog steeds een vorm van verlengd bestuur is. Hierover is veel gediscusseerdMaar uit de discussie is eén punt niet duidelijk naar voren gekomen. Het is namelijk zo, dat de fractie van de P.v.d.A. niet heeft gepleit voor model 5 met behoud van het vetorecht, maar voor het model 5 zonder behoud van het vetorecht. Dit kwam echter door het feit, dat de discussie de kant opgegaan was van de vierde bestuurslaag. Als waarborg tegen de vierde bestuurslaag vonden wij toen model 5 met vetorecht beter dan model 2 zonder vetorecht. Maar onze keus blijft model 5 zonder vetorecht. Hij vraagt om het minder heidsstandpunt van de P.v.d.A. aan het Stadsgewest kenbaar te maken. De voorzitter zegt dit toe. Hij deelt tevens mede, dat dit ook het standpunt is van wethouder Vermeulen. Vervolgens zegt hij, dat de meerderheid van de raad instemt met de keuze van het model 2 voor het volgende zittingsperiode, omdat dit enerzijds voldoet aan de wensen om te komen tot behoud van het verlengd lokaal bestuur en anderzijds om tegemoet te komen aan een zekere politieke afspiegeling. Dit laatste wordt door een minderheid van de raad niet gedeeld, omdat ze van mening zijn,dat met de keuze van model 5 de politieke keuze beter gewaarborgd zal zijn dan met model 2. Het college is echter van mening, dat in model 2 toch de gelegenheid er is om politieke fractievorming mogelijk te maken. Spreker zegt verder, dat er eenstemmigheid in de raad is met

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1979 | | pagina 243