- 46 -
mee hebben als West-Brabant zijn eigen peultjes dopt. Dit de kranten
haal ik vervolgens de mededeling, dat van de 70 leden van de Culturele
Raad er slechts 19 uit West-Brabant komen. Dit is al een indicatie. De
afstand naar Den Bosch is letterlijk en figuurlijk te groot. We zijn
ook niet overtuigd van de culturele eenheid, waarop de voorstanders
van één provincie West-Brabant zo nadrukkelijk wijzen. West-Brabant
is zeker niet uitsluitend op Brabantse plaatsen georiënteerd maar
ondergaat Hollandse en Zweeuwse invloeden, waardoor een andere
identiteit dan Oost-Brabant is ontstaan. Opdeling hoeft naar onze
mening geen verzwakking met zich mee te brengen. Eerst dan wanneer
de taken van de provincie en gemeente nieuwe stijl zijn aangegeven,
kan men over complementair bestuur discussiëren. Hoe minder bestuurs
lagen hoe liever het ons is. Tussen wijkraad en parlement liggen
teveel ondoorgrondelijke instanties. De ontwikkelingen geven duidelijk
aan, dat er iets moet gaan gebeuren aan de opruiming van de indertijd
gegroeide noodverbanden. De procedure, waarin uitspraken worden gevraagd
zonder volledige onderbouwing met noodzakelijke gegevens is ronduit
onvoldoende. Gegeven het feit, dat er weinig gelegenheid zal worden
geboden aan gemeenten om bijvoorbeeld via inspraakprocedures een
visie te geven op het streekplan, kan ik slechts vaststel 1 endat
argumenten waarnaar het concept-raadsbesluit verwijst, door ons niet
worden weerlegt. Hopelijk zal de minister de gewenste duidelijkheid
binnen korte termijn kunnen verschaffen, zodat ook over deze zo lang
lopende problematiek eindelijk spijkers met koppen kunnen worden
geslagen. Dan is het pas mogelijk een slagvaardig beleid uit te
stippelen en dat geldt niet uitsluitend voor Etten-Leur".
De heer van Kuijck stemt helemaal in met het betoog van de heer
Breugelmans namens het C.D.A.
De voorzitter vervolgt met de mededeling, dat deze materie nog uitvoerig
TrTdTe gewestraad zal worden besproken. Spreker merkt een bezorgdheid
bij de meeste raadsleden op, die betrekking heeft op de decentralisatie
van rijkstaken. De minister heeft hierover nog geen aanduidingen gegeven
alleen de Raad voor Territoriale Decentralisatie is op dit moment
bezig met een onderzoek en besluit eerst volkshuisvesting en onderwijs
daarvoor te nemen. Daarna zal deze Raad verdere decentralisatie van
rijkstaken bekijken. Met andere woorden, te onderzoeken welke
bestuurslaag welke taken krijgt toebedeeld en te weten welke omvang
die bestuurslagen dan zouden moeten hebben. De heer Breugelmans heeft
al gezegd, dat we meer moeten weten over decentralisatie en we moeten
voorzichtig zijn, zoals mevrouw Geerts zei ten aanzien van de politie,
om de gemeentelijke taken zomaar over te hevelen naar de provincie.
Dat is uitholling van gemeentelijke taken en bevoegdheden en we moeten
daar bijzonder waakzaam voor zijn. Daarnaast moeten we ons verzetten
tegen de vierde bestuurslaag. Rijk, provincie en gemeente zijn drie
bestuurslagen, zoals de heer Lucassen ook stelt: dat is genoeg en we
moeten zuinig zijn met de noodzakelijke intergemeentelijke samenwerkings
verbanden. Deze hebben niet zon grote democratische controle-mogelijk
heden en de gemeentebestuurder heeft daar niet zoveel zicht op. Dat
is misschien gedeeltelijk waar, maar van de andere kant zijn er toch
altijd gemeentebestuurders, merendeels gekozen, die deel uit maken van
een samenwerkingsverband en ik zou niet willen zeggen, dat daar geen
enkel zicht op is. De wet van minister Wiegel zet tegenover de inter
gemeentelijke hulpstructuur de provinciale deconcentratie, dus bepaalde
bestuurscommissies vanuit de provincie.
De vraag is, of de gemeente dan meer in de mel& te brokkelen heeft
dan met de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Mevrouw Zuijdwijk
heeft gezegd, dat we toch zuinig moeten zijn op de kleine gemeenten en
zij is van mening, dat niet in alle gevallen de minimum-grens van
10.000 inwoners doorslaggevend moet zijn. Er zijn andere zaken, die
veel belangrijker zijn inzake handhaving van een kleine gemeente.
De vereniging van nederlandse gemeenten heeft ook gezegd, dat een