- 152 - k het qebied ten noorden van Korte- en Lange Brugstraat en ten oosten van het L i chttorenhoofd (plan Noord II); 5 het buitengebied, voorzover het betreft het tracé van de Hp.fi ids Geprojecteerde provinciale weg Prinsenbeek - Hoeven en het terrein aan de Sprundelsebaandat destijds was bestemd voor een kampeerterrein, 6 het terrein, dat is aangewezen voor het woonwagencentrum; 7 het terrein, dat bestemd is voor de bedrijventerrein aan de Lokkerdreef. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en t nuns t i q advies van de commissie voor woningbouw en milieu zaken wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot: hot hehandelen van twee beroepschriften tegen twee besluiten a' van burgemeester en wethouders van 26 juli 1978, waarbij vergunningen werden geweigerd voor de bouw van twee opslag- Naar^aanleiding hiervan merkt de heer van der Put op, dat het derdaad juist was om deze vergunningen te weigeren, omdat ze |n strijd waren met het bestemmingsplan. Hij vraagt echter het bestemmingsplan zodanig te herzien, dat de mogelijkheid ge schapen wordt, dat deze vergunningen alsnog verleend kunnen Hii vraaqt tevens welk standpunt het college terzake orden Hij vraagt tevens welk standpunt het college terzake aaat innemen, namelijk zal het college een Arob beslissing pf„arhtpn of zal het college adviseren te wachten op de her- S ,an het bestemmingsplan, po hPPr van Harssel merkt op, dat hij het jammer vindt, dat deze mensen in hun mogelijkheden belemmerd worden. Hij vindt het een pluspunt,dat het college zal trachten om het bestemmings- olan zodanig'te wijzigen, dat alsnog medewerking verleend zou kunnen worden. De heer van Kuijck dringt er ook op aan dat de herziening van het bestemmingsplan zo spoedig mogelijk laatsvindt, omdat deze mensen dringend op uitbreiding wachten, uofhnnder Vermeulen deelt mede, dat op deze zaak niet vooruit lopen kan worden.' De herziening van dit plan houdt niet in, dat aan deze bouwaanvragen alsnog medewerking verleend kan worden. Het gaat namelijk niet alleen om deze bouwaanvragen, maar voor het hele gebied van de Oude Bredaseweg en andere gebieden van Etten-Leur. De heer van der Put vraagt, of bij de herziening van het bestemmingsplan een clausule opgenomen kan worden, dat oude bedrijvenuitgebreid mogen worden en dat nieuw op richten bedrijven geweerd worden. Wethouder Vermeulen deelt hierop mede, dat bij de herziening van het bestemmingsplan dit van geval tot geval bekeken zal worden. Daarna dient nog de goedkeuring van gedeputeerde staten afge wacht te worden. De heer Hulsebos deelt mede, dat hij de uit spraak van de heer van der Put om nieuwe bedrijven te weren nogal te ver gaat. Hij zegt, dat wanneer een oud bedrijf zou stoppen, er de mogelijkheid moet zijn, dat iemand anders dit bedrijf overneemt om een ander soort bedrijf te voeren. De heer van der Put deelt hierop mede, dat het niet de bedoeling 77 om nieuwe bedrijven te weren, maar dat in de eerste plaats de oude bedrijven de mogelijkheid krijgen om uit te breiden. De heer van de Goorbergh merkt op, dat bestemmingsplannen voor de oude gebieden, zoals ze er nu zijn, wijzigingen behoeven. Maar vooruitlopend op deze wijzigingen moeten aan de bestaande bedrijven mogelijkheden gegeven worden om uit te breiden.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 334