- 147 -
1 januari 1978 tot 1 juni 1978;
7 Overeenkomstig de betreffende voorstellen van burgemeester en
wethouders en de daarop uitgebrachte gunstige adviezen door de
Li «ie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken wordt
zonder hoofdelijke stemming besloten tot:
het vastellen van de 13e wijziging van de vergoedingsregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (ingaande 1
januari 1978);
h het vaststellen van de 14e wijziging van de vergoedingsregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (ingaande 1 juni
1978)
het vaststellen van de 15e wijziging van de vergoedingsregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (ingaande 1 augustus
1978).
o nn aeliike wijze wordt, overeenkomstig de voorstellen van burgemeester
en wethouders en de gunstige adviezen van de commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenarenzaken besloten tot:
het vaststellen van de 12e wijziging van de Bezoldigingsverordening
3' school voor kunstzinnige vorming "Sint Frans" (ingaande 1 januari
1978);
b het vaststellen van de 13e wijziging van de Bezoldigingsverordening
school voor kunstzinnige vorming "Sint Frans" (ingaande 1 juni
1978)
het vaststellen van de 14e wijziging van de Bezoldigingsverordening
C' school voor kunstzinnige vorming "Sint Frans" (ingaande 1 augustus
1978).
q Overeenkomstig de betreffende voorstellen van burgemeester en
wethouders en de daarop uitgebrachte gunstige adviezen door de com
missie voor financiën en belastingen wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten tot:
a het vaststellen van de 3e wijzigiging van de verordening op de hef-
finq van schoolgeld voor het volgen van onderwijs aan de ge
meentelijke school voor kunstzinnige vorming "Sint Frans".
Naar aanleiding hiervan deelt de heer Hoogerhoud het volgende
mede: "Mijnheer de voorzitter, de Partij vande Arbeid, die
reeds in de commissie van onderwijs en welzijnszaken en de
commissie financiën haar standpunt bekend heeft gemaakt inzake
het voornemen het schoolgeld van Sint Frans met 4i* te verhogen,
wil nu aan het college en de leden van de raad haar uitgangs
punten toelichten. Bij voorbaat stelt de P.v.d.A. vast, dat na
ingewonnen informatie gebleken is, dat de gemeente Etten-Leur
niet de hoogste heffing terzake hanteert.
Desondanks verandert de fractie van de P.v.d.A. haar standpunt
voor wat betreft de 20/80 verhouding niet. Wat de P.v.d.A. wel
heeft overwogen is een andere school geldrege1ingmaar daar zal
later op teruggekomen worden.
Zoals bekend komen er straks verhogingen op zowel gemeentelijk
als op landelijk gebied, maar daartegenover staat dat op het
inkomen een pas op de plaats gemaakt moet worden; zie Bestek 81
Bij narekening blijkt,dat het inkomen in feite vermindert. Daarom
vindt de P.v.d.A. het nu juist geboden de verhouding 20/80
aan te houden, omdat gezien deze ontwikkeling, en het feit dat
uit de samenstelling van onze bevolking gebleken is, dat een