- 128 -
"Naar aanleiding van de taakverdeling binnen het college heb ik
gemeend vragen te moeten stellen teneinde duidelijkheid te verkrijgen
omtrent een naar onze mening, onlogische gang van zaken. De raad is ver-
antwoordelijk en het hoogste bestuursorgaan en zal zich ten opzichte van
de gemeentenaren hebben te verantwoorden. Wanneer er iets mis gaat
zal duidelijkheid moeten worden verschaft aan diegenen van wie het
mandaat kwam om hen te mogen vertegenwoordigen. Het waarnemen van
een full-time burgemeesterschap -indien dit nodig mocht zijn- is
naar onze mening geen kleinigheid.
De keuze van de loco-burgemeester van Etten-Leur heeft bij velen
bevreemding gewekt en mijnheer de voorzitter, het is toch een geluk
kig teken, dat bij velen er belangstelling bestaat voor het reilen
en zeilen'van het gemeentebestuur van Etten-Leur.
De raad benoemt uit zijn midden de wethouders en controleert. Daar
komt weinig van terecht als het dagelijks bestuur zich in nevelen
hult Handelingen die in schimmigheid zich afspelen geven wel aan
leiding tot onjuiste veronderstellingen en dan niet in positieve
zin Ik denk, dat niets en niemand in Etten-Leur hiermede gebaat is.
De helderheid, die het antwoord op mijn vragen gaf, is nog niet
qekomenDe brief, die ik vandaag kreeg, vermeldt, dat het college
aan de raad verantwoording schuldig is en niet naar individuele frac
ties: niet aan D166 maar ook niet uitsluitend aan het C.D.A. en
P. v.d. A. vandaar mijn vragen.
In het seniorenconvent is de brief ter sprake gebracht en daar wel
licht de privêsfeer van betrokkene in het geding zou kunnen zijn was
daar een antwoord zeker mogelijk geweest. De enige duidelijkheid ont
stond toen de fractievoorzitter van het C.D.A. opmerkte "dat heeft
de fractie zo beslist".
Mijn enige conclusie is danook: dan kan iedereen in de raad, buiten
één fractie van de helft plus een half, beter thuisblijven.
De aanwezigheid van de kleinere fracties is dan louter formaliteit.
De enige mogelijkheid om een mening te laten gelden is, wanneer
er een verdeeldheid binnen die helft te bespeuren valt. Wanneer wij
ons op deze manier moeten behelpen zullen wij noodgedwongen van die
kans gretig gebruik maken. In een verstandige samenspraak met de
fracties onderling lijkt het mij stukken prettiger werken, in respect
voor de kiezers ook die van de andere partijen. Ik hoop ooit nog
eens een keer inzicht te kunnen krijgen waarom deze volgorde van
het loco-burgemeesterschap zo is tot stand gekomen. Waarom kiezen
wij anders wethouders uit ons midden? Ik dank u wel."
Op de vraag van de voorzitter of er leden zijn die hierover nog op
merkingen wensen te maken zegt mevrouw Geerts:
"In verband met de verkiezing van de loco-burgemeester, de heer
Qua ij taal wil de P. v.d. A. het volgende opmerken:
De Partij van de Arbeid heeft zelf een zeer goede kandidaat. Maar
in het vooroverleg met de fractie van het C.D.A. bleek, dat deze
zelf het loco-schap claimden. Over alle andere punten is overeen
stemming bereikt, zodat wij de keuze voor de loco-burgemeester bij het
col 1ege hebben gelaten0 Nu wethouder Quaijtaal loco-burgemeester is
geworden zal de P. v.d. A. haar volledige medewerking verlenen aan
dit loco-schap."
De voorzitter zegt vanuit het college te kunnen mededelen, dat aan
de~hee"F Lucassen op 18 september 1978 een brief is gezonden, waarin
het standpunt van het college hierover wordt medegedeeld.
De brief splitst zich in twee delen, n.l. in een juridische uiteen
zetting waar verantwoordingsplicht is naar de gemeenteraad toe en in
de tweede plaats een uiteenzetting over de collegevorming en taak
verdeling, waarvan het collegevan burgemeester en wethouders hebben