- 112 -
Hij heeft met zijn zilveren ambtsjubileum zelf iets opgeworpen, waar hij
nog steeds een antwoord op te goed heeftEven voor de opmerking aan
mijn ad re s, zei hij dat wijlen wethouder Pïjs en we thou de r Fe s ke n s
weieens het gevoel bekropen is, met hem een soort paard van Troje in
Etten-Leur te hebben binnengehaald. Hij citeerde toen zelf, dat die knol
nog steeds rondloopt. V/at mij betreft secretaris, mag ie gerust nog
lang mee blijven draven. Aan mijn adres zei hij toen, dat ik in een open
ga g0 bui hem wel eens toevertrouwd zou hebben, dat het meewerken
als raadslid aan zijn benoeming tot gemeentesecretaris een van mijn
grootste wandaden zou zijn geweest.
Je kunt niet altijd tevoren overzien, hoe je beslissingen zullen uitpakken
Het laatste klopt, laat staan dat het zolang zou doorwerken en zeker
niet dat hij in 11 jaar met jou als wethouder zo van nabij zou meemaken.
Ik betwijfel echter of gij over mijn medewerking kunt oordelen, want
jouw invloed was toen zeker nog niet zo groot (als het goed is geweest
tenminste). In hoeverre wij er echter wederzijds spijt van hebben zal ik
het maar niet hebben.
Maar zolang het zo is, dat ik aan jou vraag, om na een kort gesprek op
mijn kamer de deur open te laten, omdat ge er anders zou kunnen stikken,
en gij komt dan even later lachend terug met te zeggen, zou ik hem dan
toch maar dicht doen, hadden wij het nog wel een eindje uitgehouden.
Anders was het secretaris wanneer jouw mauwpoes, bij mij een kater deed
oproepen en omgekeerd, dat waren vaak minder vleiende, maar niet kwaad
bedoelde opmerkingen van de lucht. En secretaris, zo b. en w. straks nog
eens een keer de polder in willen, ge weet dat de plank van oud wethouder
Luijkx die u mij eens een keer toebedacht had, altijd beschikbaar blijft.
Ja secretaris, het was met jou niet altijd goed kersen eten, en zelfs
af en toe oppassen geblazen.
Mijnheer de voorzitter, wanneer ik terug denk aan alle medewerkers hier
op de secretarie dan zou er veel leuks te vertellen zijn, maar dit
zou te ver voeren.
Uitzonderingen maken is gevaarlijk. Daarom Peeters V/eem met alle medewer
kers mijn hartelijke dank voor jullie spontane medewerking die ik vooral
de laatste 11 jaar als wethouder heb mogen ervaren. Het was nuttig, maar
ook altijd gezellig.
Vooral mijnheer Nooijens, als wij den boer op gingen voor aankopen.
En gij, mijnheer Josten, bent al zover meegegroeid, dat u onderhand wel
op de Leurmag komen wonen. Dames en heren ambtenaren bedankt voor alles.
Ik geloof, secretaris, dat het wel eens nuttig zou zijn, dat ook de
Gempo af en toe eens een oogje in het zeil zou houden in het gemeentehuis,
want het schijnt mogelijk te zijn, dat vandalen er kans toe zien jouw
stokpaardje van de prikklok dusdanig in de war te brengen, dat s anderen
daags niet iedereen weet wie of er nou wel of niet te lang of liever
te kort moet werken. Een wethouder van personeelszaken houdt die dingen
allemaal zo'n beetje bij.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat u en niemand het mij kwalijk neemt ook
even stil te staan bij de dienst Openbare Werken met alles derop en
der aan. De laatste vier jaar heeft wethouder Vermeulen bouw- en
woningtoezicht wel overgenomen.
Ook daar heb ik van wijlen de heer Ruijgers en nadien de heer van der
S i j de, de heren Verharen, de Jong en Aerts met alle medewerkers altijd
de grootste medewerking gehad.
Het is op jullie kantoor, evenzo als op de secretarie, werken geblazen
(al denkt jan publiek daar wel eens anders over). Het gaat daar altijd
gepaard met een goede collegialiteit, waar tussendoor ook nog eens
een keer gelachen kan worden. Het lijkt er af en toe op of er een
aparte sopraan voor aangetrokken is. Het staat ook bij voorbaat vast, dat,
wanneer voor het publiek zogenaamd iets fout gaat, jullie het daar
altijd op uw bord krijgt, en soms natuurlijk ook wel eens terecht. Maar
waar geen fouten worden gemaakt, wordt meestal weinig of zelfs niets
gedaan. Als er b.v. door de omstandigheden eens een boerderijtje