- 103 - Mijnheer Vermeulen, als bakker een druk beroep uitoefenend, vond u toch nog tijd om aandacht te geven aan maatschappelijke activiteiten, zoals voorzitter van de voetbalvereniging Unitas en lid van de gemeenteraad. Ook van uw inbreng heeft de gemeenschap mogen profiteren. Met de Brabantse kwinkslag die u eigen is, hebt u tijdens een van de traditio nele gezellige bijeenkomsten na de raadsvergadering verklaard, voortaan elke keer op de tribune te zullen zitten, het liefst in de buurt van de ambtenaren want, zoals u zei, daor oorde tenminste nog eens wat Graag wi1 ik u allen die vandaag afscheid neemt namens het gemeentebe stuur een kleine herinnering overhandigen als blijk van dankbaarheid voor het vele werk, dat u voor Etten-Leur hebt verricht (applaus) De voorzitter overhandigt een speciale gemeente-ppnning met inscriptie. Ook de echtgenoten wil ik gaarne in deze dank betrekken in de vorm van een bloemenhulde." Nadat hij de daad bij het woord gevoegd heeft, verleent de voorzitter het woord aan de nestor van de gemeenteraad, de heer van Kuijck voor het uitspreken van de volgende afscheids-speeche "Wethouder Luijkx. Als nestor van ons gezelschap, is aan mij de opdracht, deze avond het woord tot u te richten, dat wil zeggen, dat ik jou met wat vriendelijke woorden de laan uit moet sturen, nadat jij, als ik goed ben voorgelicht, je taak na 33 jaar arbeid hebt volbracht. Ja wethouder, dat zijn heel wat jaren, maar er is nu eenmaal 'n tijd van komen en van gaan en voor jou betekent dit dan het einde van je eervolle loopbaan. Ik ben ervan overtuigd, dat deze vele jaren voor jou toch interessante gelukkige en gezellige jaren zijn geweest, niet alleen in de raadsvergaderingen, maar zeker ook in uw college en niet het minst de commissievergaderingen van Openbare Werken, waarvan jij vele jaren de voorzitter was en die ik steeds mocht meemaken. Wethouder, er is een lied, dat vertelt, scheiden doet lijden en afscheid brengt leed, ik geloof echter niet, dat deze regels voor jou van toepassing zijn. Lijden, zal jij bij dit afscheid zeker niet doen, althans dat gun ik je niet en leed zal jij er ook niet van overhouden, ofschoon er toch wel een prachtig stuk van je levenswerk ophoudt. Zo veronderstel ik, dat je de oversteek over de spoorlijn misschien wel eens met tegenzin hebt gedaan, maar ergens, dat weet ik zeker, was je gang naar de Ettense Markt, bij al die inspanning en de wijsheid (nou j die van je werd gevraagd, een ontspanning, omdat je het werk, evenals ik, zo graag deed. Dan wil ik nog eens graag terugkijken op onze commissievergaderingen onder jouw voorzitterschap. Ik dacht, dat wij al die jaren een goede, gezellige en wijze commissie hebben gehad (Dat bewijs van het laatste is er zeker, laat ons daarvoor maar eens in het verleden kijken) De geweldige ontwikkelingen van de laatste jaren, die in onze gemeente hebben plaatsgevonden, getuigt toch wel van inzicht en vooruitzicht, ofschoon dit laatste voor mij wel eens een vraagteken inhield. In ieder geval hadden wij altijd gemoedelijke, joviale bijeenkomsten, die wij mogelijk wel eens korter hadden kunnen afwerken, als er die verdomde rondvraag maar nooit was geweest. Er waren dan altijd van die leden, die zo'n lange waslijst hadden, maar die soms toch wel belang rijke onderwerpen inhielden en waar dikwijls iets nuttigs uitkwam. Jij kon echter alles met geduld beluisteren en had meestal een goed a n twoo rd Wethouder, diegene die in de commissie openbare werken zullen blijven zullen je voorzitterschap toch missen, dat hadden wij echter ook en dat was toch wel het succes van vele vergaderingen. Wethouder, nu je laatste dagen in dit overheidswerk geteld zijn, heb ik mij wel afgevraagd, hoe gaat hij nu al die vrije tijd doorbrengen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 277