-102-
als "de twee wethouders", waarbij uw namen vermeld zullen worden, zodat
de herinnering aan deze twee wethouders bewaard zal blijven.
Moge het cadeau, dat ik u beiden thans ga overhandigen -een verkleinde
sculptuur van "de twee wethouders"- u de overtuiging geven, dat
Etten-Leur u niet wil vergeten (onder applaus overhandigt de voorzitter
d i t geschenk)
Mevrouw Luijkx, echtgenote zijn van een wethouder kan soms voldoening
geven maar soms ook kan het moeilijk zijn. In ieder geval hebt u hem
dikwijls moeten missen. In de huldiging die hem vandaag ten deel alt,
richt onze dankbaarheid zich ook tot u.
Mijnheer W(illem) Luijkx.
In de volgorde van scheidende raadsleden ben ik thans gekomen aan de
man, die reeds 25 jaren, n.l. van 1953 tot 1978, onafgebroken in de
Raad zitting had. Als landbouwer en vader van zeven kinderen, hebt u
tweemaal letterlijk het veld moeten ruimen voor gemeentelijke bestem
mingsplannen. Zelfs heeft de rijksweg u verdrongen, zodat u ter hoogte
van het winkelcentrum zou kunnen zeggen: "nu rij ik over eigen land".
Mijnheer Luijkx, in uw doen en laten zocht u nooit uw eigen belang
maar keek u allereerst wat u voor een ander zou kunnen doen. U staat
bekend als een zeer sociaa1-voelend en behulpzaam man. Nooit deed
iemand tevergeefs een beroep op u. In het gemeenschapsleven manifes
teerde zich dat in uw aktiviteiten als secretaris van de Boerenbond
sinds 1955 en in de vele andere functies die u in de 1andbouwwereld
vervulde en nog steeds vervuld. Bovendien bent u sinds 1959 ook nog
bestuurslid van de Nobelaer. In de gemeenteraad gaf u dank zij deze ruime
ervaring dan ook blijk van veel praktische wijsheid. Ondanks, dat zo
kort geleden nog, groot leed uw deel werd, ging u door en was u een
voorbeeld voor ons allen.
Door uw goed sociaal inzicht en constructieve voorstellen en opmerkingen
hebt u als raadslid een belangrijke bijdrage geleverd aan het algemeen
belang van deze gemeente.
Thans verzoek ik u, met wethouder de Bruijn en wethouder Luijkx, naar
voren te komen.
Als blijk van grote waardering en dankbaarheid en vanwege uw langdurige
verdiensten heeft de gemeenteraad van Etten-Leur op 21 augustus 1978
besloten u de erepenning van de gemeente Etten-Leur toe te kennen.
Mijn hartelijke gelukwensen voor deze bijzondere en welverdiende onder
schei d i ng
(spreker spelt hierna de drie heren deze onderscheiding op de rever)
Tot slot zijn wij dan gekomen aan het afscheid van de raadsleden die
wel niet zo lang als de andere scheidenden, maar toch voldoende lang
zitting hebben gehad in de raad, om even stil te staan bij hun vertrek.
Mijnheer Fransen, vanaf 1970 tot 1978 was u raadslid en u hebt dat
met veel overgave gedaan. Uw maatschappelijke belangstelling manifes
teert zich in de functie die u bekleedt als voorzitter van Constantia,
een muziekkorps van hoge kwaliteit en onmisbaar in deze gemeenschap.
Uw vele opmerkingen, vragen en voorstellen in de Raad hebben een con
structieve bijdrage gele\erd aan de uiteindelijke beslissingen die
werden genomen. Heel hartelijk dank daarvoor.
En dat geldt ook voor de heren Geerts en Vermeulen, die sinds 197^ lid
van de Raad waren.
Mijnheer Geerts, u hebt het beleid van het college van burgemeester en
wethouders met kritische aandacht gevolgd. U hebt op serieuze wijze
gestalte gegeven aan een eigen en persoonlijke inbreng. Onderwerpen als
openheid en openbaarheid, het milieu en afremming van de groei, hadden
uw bijzondere belangstelling.
Aangezien uw vrouw uw plaats gaat innemen, nemen wij vandaag dan ook geen
afscheid van de familie Geerts. Opmerkingen over het "te laat thuis
komen" na een raadsvergadering kunt _u nu eens maken.