- 101 - veelvoud van functies verbonden raakte met de gemeenschap van Etten- (streepje) Leur. Dat zeg ik met opzet omdat u bij uw verkiezing tot wethouder in 1967 als opvolger van wethouder Pijs, het volgende zei. "Men moet niet vanaf het begin alles van mij verwachten, dit geldt met name voor de gemeenschap Leur. Daar denkt men misschien, nu hebben we een eigen wethouder. Ik hoop, dat Leur het mij niet kwalijk zal nemen, dat ik het thans zo openlijk stel, dat ik geen Leurse wethouder ben maar een wethouder voor de totale gemeenschap". Zo lees ik in de notulen van die raadsvergadering van 16 augustus 1967. En in diezelfde notulen lees ik het volgende: "wel moet ik daarbij opmerken, dat ook wel eens in het verleden is gebleken, dat ik niet altijd in bepaalde gevallen n lieverdje ben". Aldus de notulen. Uw bezorgdheid, wethouder, dat u misschien soms geen lieverdje zou zijn, is in de praktijk erg meegevallen. Alleen lees ik in diezelfde notulen een merkwaardige zin, die ik bij u niet goed kan plaatsen. U vraagt bij uw installatie als wethouder aan de secretaris enige clementie met u te willen hebbenWe1 nu wethouder, ik denk, dat dat de laatste keer was dat u clementie aan de gemeentesecretaris hebt gevraagd Dames en heren, een paar dagen geleden schreef het Brabants Nieuwsblad nog, dat wij de humor van wethouder Luijkx in de vergaderngen zouden gaan missen. Dat is zo. Doo r uw humo rwe thouder, wist u di kwijls zwa a r wichtige en moe i1i j k te nemen be slissingen te re 1 a t i ve re nDaa rdoo r gaf u aan, dat wij als kleine mensen de betrekkelijkheid moesten inzien van de problemen waarin we misschien anders zouden verdrinken. Vanaf 19^5 heeft Etten-Leur mogen profiteren van uw stuurmanskunst en meer dan dertig jaren, onafgebroken, hebt u op de brug het schip op koers gehouden. Kort en krachtig waren uw aanwijzingen, onomwonden vertelde u waarop het stond. Uw stem werd gehoord want in deze sterk geïndustrialiseerde gemeente werd het agrarisch karakter gehandhaafd en zelfs versterkt. Via de rui 1 verkavelïngscommissie Haagse Beemden, waarvan u voorzitter was, hebt u aan de ontwikkelingen van de landbouw in Etten-Leur een duidelijke impuls gegeven. In het gemeentelijk bestel hebt u zich vooral bezig gehouden met open bare werken, gemeentebedrijven, verkeer en personeel. De explosieve groei van de gemeente heeft zich zeker juist op dit terrein doen gevoelen. Belangrijke infrastructurele werken werden vol tooid, zoals het bouwrijpmaken van de Grauwe Polder, verbetering van vele wegen, het verharden van landwegen in het buitengebied, de aanleg van fietspaden. U liet zich in dit verband wel eens ontvallen, dat uw lievelingswerk als wethouder steeds het "opleveren" is geweest. Als portefeuillehouder openbare werken ging u zelfs zo op in uw werk, dat u met een aannemer een weddenschap aanging (om een etentje) dat u door een rioleringspijp op het industrieterrein Vossendaal zou kruipen. En toen er eens klachten kwamen over wateroverlast in tuinen, ging u naar de bewoners en zei, dat ze dieper moesten spitten. De bewoners geloofden hem niet, zodat hij zelf de schop ter hand nam en het water binnen de kortste tijd verdwenen was. Dat is wethouder Luijkx. Dames en heren, wethouder Luijkx, een markante persoonlijkheid, gaat vertrekken. Hij en wethouder de Bruijn vormden samen een duo, dat in een stormachtige periode van Etten-Leur een stuk geschiedenis heeft gemaakt. In een periode waarin Etten en Leur niet alleen met een verbin dingsstreepje, maar ook inhoudelijk meer naar elkaar toegroeiden. Deze twee wethouders hebben elkaar duidelijk in woord en daad op de verbindingsstreep van Etten-Leur gevonden en waar die verbindingsstreep nu precies in de praktijk gemarkeerd is, doet er niet toe. Zeker is, dat de volksmond al jarenlang een beeldje in de Baai-Lage Banken "de twee wethouders" genoemd heeft. Bij raadsbesluit d.d. 21 augustus 1978 heeft de gemeenteraad dan ook besloten, met goedvinden van de kunstenaar, de heer Keijzer, de officieuze naamgeving te legaliseren

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 275