- 3h - De verkeersdeskundigen van het provinciaal bestuur stellen, dat de zebra s als ze niet beveiligd zijn, een schijnveiligheid geven. Dit standpunt is ui teraard voor rekening van deze mensen en neemt het col lege ook voor kennisgeving aan. De heer Quaijtaal zegt, dat zijn fractie achter het voorstel van het college staat. Toch meent hij, dat er van een misverstand sprake is, omdat in het voorstel van 26 juni sprake is van toepassing van een wij ziging van de verkeersmaatregelen na een jaar, terwijl in het aanvullend voorstel van 16 augustus staat, dat de raad alsnog met de provincie in overleg zal treden om zo mogelijk tot een wijziging te komen. Spreker meent, dat dit laatste voorstel thans aan de orde moet zijn. Mevrouw van Bezooi jen vraagt wanneer en op welke gronden een weg als secundair moet worden beschouwd. De opmerking van de voorzitter met be trekking tot het voor kennisgeving aannemen van de door de provinciale verkeersdeskundige gestelde schijnveiligheid van zebrapaden, zou volgens haar in een volgend gesprek toch wel met een weerwoord beantwoord moeten worden. Zij is verbolgen bij de gedachte, dat je uit menselijk oogpunt zou moeten aannemen, dat je je moet gaan ophangen aan de mentaliteit van de automobilist tegenover de bescherming van de voetganger. Dit gebeurt toch ook niet bij de andere verkeersmaatregelen, waarbij ook regelmatig overtredingen kunnen worden geconstateerd. Mevrouw Zuijdwijk zegt, dat haar fractie zich steeds heeft afgevraagd of de dubbele rijbaan wel de goede oplossing is met het oog op het afslaand verkeer en het minder vlot bereikbaar worden van bepaalde aan de Markt gevestigde middenstandszaken. Zij stelt voor om van meet af aan een inhaal verbod op de middenbaan in te stellen. Zou achteraf blijken, dat dit niet nodig is, dan kan het verbod dan beter weer worden ingetrokken. Zij is er niet voordat eerst na enkele maanden bezien wordt of een derge lijk verbod nodig is, omdat in dat geval het publiek tweemaal met een situatiewijziging wordt geconfronteerd. Daarnaast zou haar fractie graag zien, dat voetgangers veilig kunnen oversteken op duidelijk herkenbare plaatsen. Zij betreurt het, dat op de bij de inspraak gebruikte tekeningen wel zebrapaden stonden ingetekend. Het had tevoren bekend kunnen zijn, dat de provincie hier geen zebraden toestaat. Zij bepleit thans duidelijke kanalisatiest repen voor voetgangersverkeer. De voorzitter zegt naar aanleiding van de opmerking van de heer Quaijtaal, dat bij het overleg met de provincie voor de samenstelling van de nota pas overduidelijk bleek, dat de provincie deze eisen stelt. Dit is in de aanvullende nota meer benadrukt geworden. Er zijn echter nog andere ver keersmaatregelen, zoals het inhaa1 verboddat wè1 door de gemeenteraad kan worden vastgesteld. Deze maatregel wilde het college over enige tijd bezien, nadat een indruk is verkregen van het totale verkeersbeeld van de Markt. Er bestaan ministeriële eisen waaraan een weg moet voldoen om op een secundair wegenplan te worden geplaatst. Deze voorschriften zullen bij de stukken ter inzage worden gelegd. Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Zuijdwijk, deelt wethouder Lu i j kx mee, dat het al dan niet direct instellen van een inhaalverbod in de commissievergadering uitvoerig aan de orde is geweest. Als voor beeld werd daarbij genoemd een waarschijnlijk onnodige filevorming achter een landbouwtrekker. Mevrouw Zuijdwijk merkt op, dat er op de Markt nogal een aantal kruisingen zijn, waarop toch niet mag worden ingehaald. Zij dacht, dat het daarom niet zo moeilijk was om voor die overige meters ook een inhaalverbod vast te stellen. Als we graag van het zware verkeer over de Markt af willen, dan is het bovendien helemaal niet erg, als men dan wat langzaam moet rijden. Dan wordt dit traject op de duur wel gemeden. Wethouder Luijkx zegt, dat het juist vanwege die vele kruisingen weinig zin heeft om thans al een inhaalverbod in te stellen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 268