- 63 - van"gesprekken tussen alleen colleges van burgemeester en wethouders" te halen. Helaas moesten wij constateren dat ons eigen, toenmalige, college deze "interesse" niet in dank heeft afgenomen er er van daadwerkelijke medewerking nauwelijks sprake was. Het Stadsgewest Breda werd een feit, Roosendaal en Bergen op Zoom zochten troost bij elkaar in het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant, Etten-Leur en Oosterhout bleven het ideaal nastreven van ineens één Groot Gewest Noord-Brabant. Dit laatste aanvankelijk gesteund door Prov. Staten en later bovendien nog in afwachting van de werkzaamheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken betreffende de bestuurlijke herindeling van Nederland. Inmiddels buigt een nieuwe minister zich over deze zaken, met weer andere ideeën over het aantal mini-provincieswaarbij de mogelijkheid van een deling van Brabant in drieën niet uitgesloten wordt geacht De ontwikkelingen op andere niveau's gaan echter in snel tempo verder en de noodzaak van het aanpakken van diverse zaken in groter verband (industrie, brandweer, woningbouw, enz.) doen zich steeds sterker gevoelen. Vooral ook de mening van het Rijk en Provinciale Staten om Groot-Gewestelijke Zaken via het Stadsgewest Breda aan te kaarten en daarbij Oosterhout en Etten-Leur automatisch in te sluiten, heeft ons gedwongen tot het besluit uw college te laten "onderhandelen" met het Stadsgewest Breda; mede gezien het feit, dat het Stadsgewest Breda het ideële standpunt van "het streven naar één Gewest West-Brabant" onderschrijft. Het voorstel om ons per 1 september 1978 aan te sluiten kunnen wij delen, met dien verstande, dat wij er naar streven dat de datum van opheffing van de Schoolgezondheidsdienst Etten-Leur e.o. zal samenvallen met de oprichting van de Regionale Schooladvies- en begeleidingsdienst van het Stadsgewest. En dat onze schoolpsychologen nu reeds aktief kunnen deelnemen aan de tot standkoming van deze dienst. Wij hopen daarbij dat de splitsing van onze Schoolgezondheidsdienst, met als streefdatum 1 januari 1980, voor alle partijen gunstig zal verlopen. Over het onderwerp "Bestuurlijke gevolgen" het volgende: Wij zullen het streven van uw college naar een gekwalificeerde zetel in het dagelijks bestuur krachtig steunen, maar zijn daarnaast zeer huiverig voor politieke fractievorming zowel in het algemeen als in het dagelijks bestuur. Er moet vermeden worden dat het Stadsgewest een "politiek machts orgaan" wordt met de neiging te gaan functioneren als een 4e bestuurslaag. Het gaat hier immers om een samenwerkingsverband, gevormd door vertegen woordigers van de samenwerkende gemeenten. Die vertegenwoordigers zullen zich moeten bezighouden met die zaken die zowel voor de afzonderlijke ge meenten als voor het gewest van belang zijn, zonder dat daarbij een partij politiek prevaleert. Bij het aanwijzen van de afgevaardigden zal daarom gekeken moeten worden naar die raadsleden die de tijd en de nodige interesse hebben om zaken, die van grote importantie kunnen zijn voor geheel West- Brabant, op de voet te volgen en te begeleiden. Als we verder kijken naar de inhoudelijke gevolgen van het toetreden tot het Stadsgewest, in het bijzonder de taken die vallen onder Economische Zaken, dan zien we dat hier aandacht besteed gaat worden aan o.a. acquisitie, bedrijfsterreinenbeleid en sociaa1-economische planning. Dit gebeurt in een bel eidsover1egcommissie Uw standpunt om in deze commissie een directe vertegenwoordiging te eisen kunnen wij ondersteunen. Wij vragen ons dan wel af of het niet mogelijk is de werkzaamheden van het Bodemoverleg hierbij in te brengen. Wij vrezen dat er anders te veel naast elkaar gewerkt gaat worden, wat bovendien ook te veel mankracht opeist. De kwestie van het Stadsgewestelijke Structuurplan zal zeer nauwkeurig bestudeerd moeten worden in samenwerking met ons gemeentelijk structuurplan. Omdat een Stadsgewestelijk plan op een ander niveau ligt en zeer zeker geen optelsom is van gemeentelijke plannen, schuilt hier eerder het gevaar van tegenstrijdige belangen dan van dubbele werkzaamheden. Hoewel dit laatste wel voorkomen moet worden omdat deze zaken, zoals tot nu toe

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 236