- 55 - De voorzitter zegt toe, dat in de volgende raadsvergadering hierover inzage zal worden gegeven. Mevrouw Zui jdwi jk vraagt wat nu de vastgestelde datum is. De voorzitter deelt mede, dat de exacte datum nog vastgesteld moet worden. Er is aan Monumentenzorg toegezegd, dat in deze raadsvergadering tot een beslissing gekomen zal worden. Daarna zal met Monumentenzorg tot een aanvaardbare oplossing worden gekomen inzake de exacte datum. Mevrouw Zui jdwi jk vraagt of de voorzitter niet wil ingaan op de suggesties van de heer Fransen en van haar, om nog meer vergelijkende prijsopgaven op te vragen. De voorzitter zegt, dat de heer Fransen reeds verteld heeft, dat dit tot problemen zou kunnen lijden, maar indien de mogelijkheid nog bestaat om dit te doen, dan is dit wel een reële vraag naar het stichtings bestuur toe, of zij dit wil doen. Mevrouw Zui jdwi jk heeft er moeite mee, dat aan het stichtingsbestuur wordt overgelaten of ze van deze mogelijk heid gebruik zullen maken, terwijl de gemeente alles moet betalen en het stichtingsbestuur helemaal niets. Zij vindt, dat de gemeente dan het recht moet hebben om aan het stichtingsbestuur te vragen, dat zij meerdere prijs opgaven moet opvragen. De voorz i tter zegt, dat het er niet om gaat, dat de stichting het niet zou willen, maar er dient rekening mee te worden gehouden, dat het stichtings bestuur ook aan bepaalde regels gebonden is, maar als de regels het toe laten, dat er andere prijzen worden opgevraagd en de aannemers daartoe bereid zijn, dan zal er bij het stichtingsbestuur ook geen enkele probleem zijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder de Bruijn. Deze zegt, dat het verschil tussen de begroting van de architect en de prijsopgave van de aannemer is ontstaan, doordat na onderzoek gebleken is, dat er veel meer vernieuwd moet worden, dan oorspronkelijk gedacht is. Bij dat onderzoek is bijv. komen vast te staan, dat er meerdere meters muurplaten hersteld dienen te worden, dan door de architect was begroot. De heer van Harssel zegt, gelezen te hebben, dat een bedrag van 65-000,-- eventueel bezuinigd zou kunnen worden, alhoewel de daarvoor geplande werkzaamheden te zijner tijd toch uitgevoerd zullen moeten worden. Hij zegt hieruit begrepen te hebben, dat dit niet de totale restauratie betreft en dat het later nog duurder zal worden. De voorzi tter deelt hierop mede, dat hier nog sprake is van fase A en dat de fase B nog aan de orde zal komen. De heer P. Lui jkx zegt dat deze prijs tot stand gekomen is door middel van een open begroting, en er daarom geen sprake is van een slag in de lucht. Hij vindt dat er geen redenen zijn om dit voorstel aan te houden. De heer Fransen zegt, moeite te hebben met het feit, dat de verschillende aannemers één voor één zijn benaderd en niet allen tegelijk. Hij vindt het onjuist, dat beslist moet worden zonder dat de begroting van de architect en de prijsopgave van de aannemer hun bekend zijn, terwijl dit bij andere werkzaamheden wel degelijk gebeurd is. Hij vindt dat^indien over geld wordt gesproken en zeker over een bedrag van een half miljoen, men ervan overtuigd moet zijn dat de juiste beslissing is genomen, daarbij niets afdoende aan het vertrouwen ten opzichte van wie dan ook. De voorzitter zegt toe, dat zowel de cijfers van het stichtingsbestuur als de begroting van de architect en de prijsopgave van de aannemer ter inzage gelegd zal worden. Mevrouw Zuijdwijk vraagt waarom deze gegevens achteraf verstrekt worden nadat het bes luit is genomen. Zij zegt, dat de commissie financiën misschien tot een ander besluit gekomen was, indien deze gegevens vooraf verstrekt waren. Zij vraagt nogmaals dit voorstel aan te houden.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1978 | | pagina 228