strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Tegen deze
beslissing heeft betrokkene een beroepschrift ingediend bij de
Raad, die dit beroepschrift op 26 juni 1978 ongegrond heeft
verklaard.
Appellant heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om binnen
de daarvoor gestelde termijn beroep in te stellen bij de Raad
van State.
De voorzitter van de afd. Rechtspraak van de Raad van State
heeft aan de gemeenteraad verzocht om een verweerschrift in te
d i enen
Voorstellen van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
voor financiën en belastingen tot:
a. het vaststellen van een algemeen besluit tot het aangaan van vaste
geldleningen in het jaar 1979 tot een maximumbedrag van 6.000.000,--
toe 1i cht i ng
Evenals in 1978 wordt ook nu een maximum-bedrag van 6.000.000,--
voor 1979 voorgesteld. De voorwaarden zijn aangepast aan de
wisselende marktsituatie. Door het buiten werking stellen van het
systeem van centrale financiering voor de lagere publiekrechtelijke
lichamen zijn de gemeenten niet meer gebonden aan de N.V. Bank
voor Nederlandse Gemeenten voor het afsluiten van vaste geldleningen
b. het vaststellen van het algemeen kasgeld1 enings- en rekening-courant
besluit voor 1979-
toe1i cht i ng
Voorgesteld wordt het maximaal bedrag aan kasgeld1 eningen of in
rekening-courant op te nemen gelden voor het jaar 1979, evenals
voor 1978, vast te stellen op 6.000.000,--, dit met het oog op
snel optredende wisselingen van vraag en aanbod op de geldmarkt.
In 1978 zijn tot nu toe nog geen kasge1d1 eningen aangegaan.
c. het vaststellen van het maximum-bedrag in rekening-courant met
de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten voor 1979-
toeli cht i ng:
Jaarlijks dient het maximum-bedrag te worden vastgesteld dat
opgenomen kan worden ten laste van de rekening-courant met de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. Na overleg tussen het
college van burgemeester en wethouders en de bank wordt voor 1979
een bedrag voorgesteld van 3-000.000,--.
d. het aangaan van geldleningen ten behoeve van de financiering van
de stichtingskosten van twee bouwplannen woningwetwoningen, namelijk
van 105 en 106 woningwetwoningen, te bouwen in het bestemmingsplan
Grauwe Pol der II.
toe 1i cht i ng
Om budgettaire redenen zal de verstrekking van een aantal leningen
voor de financiering van bouwplannen woningwetwoningen niet door
het rijk plaatsvinden. Om toch verzekerd te kunnen zijn van geld
leningen, heeft de minister overleg gepleegd met het fonds voorheffi
pensioenverzekering. Deze zijn bereid de leningen te verstrekken.
De voorwaarden voor het aangaan van deze leningen worden door de
minister in overleg met voornoemd fonds vastgesteld.