- 11 -
3. enkele onbebouwde terreinen in Noord I en de Grient (tussen de
Oude Grind en het Lichttorenhoofd en enkele terreintjes, die
bestemd zijn voor garageboxen);
4. het gebied ten noorden van Korte- en Lange Brugstraat en ten
oosten van het Lichttorenhoofd (plan Noord II);
5. het buitengebied, voorzover het betreft het tracé van de
destijds geprojecteerde provinciale weg Prinsenbeek - Hoeven en
het terrein aan de Spunde1sebaandat destijds was bestemd voor
een kampeerterrein;
6. het terrein, dat is aangewezen voor het woonwagencentrum;
7. het terrein, dat bestemd is voor de bedrijventerrein aan de
Lokkerdreef
toe!i cht i ng
Voor verschillende terreinen is op 28 november 1977 een soort
gelijke besluit genomen. Een voorbereidingsbes1uit vervalt
echter als niet binnen één jaar een ontwerp van een bestemmings
plan ter inzage is gelegd.
Door de lange voorbereidingstijd van nieuwe bestemmingsplannen
en van aanpassing van bestaande bestemmingsplannen, mede tenge
volge van het vereiste vooroverleg èn van de onzekerheid over
de wegenstructuur van rijks- en provinciale wegen, moeten voor
deze gebieden opnieuw voorbereidingsbes1uiten worden genomen.
Door de vaststelling van een voorbereidingsbes1uit wordt het
mogelijk gemaakt om ongewenste bebouwing te weren met name
ongewenste kostenverhogende bebouwing, die niet zal passen
in de in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen.
Anderzijds geeft een voorbereidingsbes1uit de juridische basis
om -met een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten-
medewerking te verlenen aan bouwplannen, die passen in de in
voorbereiding zijnde bestemmingsplannen. Met een voorbereidings-
besluit worden dus twee belangen gediend.
15- Voorstellen van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
voor woningbouw en milieuzaken tot:
a. het behandelen van twee beroepschriften tegen twee besluiten
van burgemeester en wethouders van 26 juli 1978, waarbij de
vergunningen werden geweigerd voor de bouw van twee opslagruimten.
toeli cht i ng
Beide aanvragers, buren van elkaar, wonen aan de Oude
Bredaseweg en oefenen een ambachtelijk bedrijf uit. Ten
behoeve daarvan hebben zij behoefte aan meer opslag en magazijn
ruimte. Ingevolge het geldende bestemmingsplan, vastgesteld in
1963, zijn de bouwpercelen bestemd voor vrijstaande of dubbele
woningen met tuin en erf. In de tuin mag slechts één vrijstaand
bijgebouw worden gebouwd van maximaal 25 m2. Aangezien de bouw-
aanvragen betrekking hadden op het vergroten van de bestaande
garage/berging, die reeds een oppervlakte beslaan van 45 m2 zijn
de vergunningen geweigerd.
De aanvragers zijn in de gelegenheid gesteld om hun bezwaren toe
te lichten in de vergadering van de commissie woningbouw en
Milieuzaken op 31 oktober jongstleden.
b. het indienen van een verweerschrift inzake een beroepsschrift, dat
bij de afdeling rechtspraak van de Raad van State is ingediend.
toe 1i cht i ng
Op 22 maart 1978 is een vergunning geweigerd voor de bouw van een
vogelhok achter een woning aan de Bischopsmolenstraat wegens