- 192 - De voorzitter dankt de heer Aerts voor zijn betoog en geeft de heer Lucassen het woord. Mijnheer de voorzitter, Naar aanleiding van de aangeboden begroting wil ik eerst een kant tekening plaatsen met betrekking tot de presentatie van dit, ogen schijnlijk belangrijkste raadsstuk. Wanneer wij kijken hoe ander gemeenten dat doen^dan steekt de begro tingspublicatie van Etten—Leur wel heel zuinigjes af. Elders ge bruikt men een eigen huis-aan-huis gemeenteblad of publiceren een of meerdere pagina's in een dergelijk blad t.g.v. de jaarlijkse begrotingen. De reeds geïnteresseerde burger kon het met goed zoeken wel vinden maar bij de begroting worden zoveel zaken naar voren gehaald, waar bij het beleid van het komende jaar moet worden vastgesteld, dat een gebaar naar de ingezetenen, over wie het toch gaat, niet mis plaatst is. Hierbij mag gerust het vele werk, dat door de ambte lijke medewerkers aan het tostandbrengen van de begroting is verzet, worden onderkend. Xn dit verband kan ik niet nalaten op te merken, dat de in het begin van dit jaar met voortvarendheid benoemde commissie nog niet erg actief is kunnen zijn. In het kader van de openbaarheid, openheid en inspraak past het betrekken van de gemeentenaren bij de discussies van het te voeren beleid. Behalve het punt van de begrotingspresentatie/introductie denk ik aan de volgende punten, waar de commissie voorlopig al mee vooruit kan. 1. Openbaarheid. De gemeente is de kleinste bestuurseenheid in ons staatsbestel. Daarom vervult zij daarin een belangrijke functie. De gemeente moet voor de burger de meest vertrouwde overheid zijn. De gemeen telijke overheid dient bij de uitoefening van haar taak de grootst mogelijke openheid te betrachten. Bovendien moet een zo ruim mogelijke inbreng van de burgers worden verzekerd. Kastjes op schepen en muren aan de wal, waar tussen burgers ge mangeld worden, zijn situaties waaraan een halt toegeroepen dient te worden. Met alle democratische middelen moet worden voorkomen, dat schaalvergrotingen gaan leiden tot minder inspraak, minder inbreng van iedere burger en minder aandacht voor individuele verlangens 2Openheid Over openheid stellen wij voor periodieke verschijning van een huis-aan-huis verspreid gemeentelijk informatieblad^waarin ook individuele burgers of groepen van burgers hun ideeen over ge meentelijke aangelegenheden kunnen ventileren. Uitgaven van een, voor iedere burger begrijpelijke, gemeentelijke begroting met toelichting 3. Inspraak. De burger dient, naast het eens per vier jaar kiezen van zijn of haar vertegenwoordigers in de gemeenteraad, ook op andere wijze en voortdurend een inbreng te hebben op de wijze waarop zijn of haar belangen behartigd worden, door middel van een zo breed mogelijke inspraak. De burgers dienen in het aller vroegste stadium betrokken te worden bij de opstelling van be stemmingsplannen en beleidsnota s. Er dient veelvuldiger dan tot nu toe gebruik te worden gemaakt van de in de gemeentewet geopende mogelijkheid om niet-raadsleden in commissies op te nemen. Besluitenlijst van burgemeester en wethouders moeten tijdig ingehaakt kunnen worden door raadsleden. Ook stellen wij een onafhankelijke beroepscommissie voor, die bezwaarschriften onderzoekt, dat ontlast de procedurewet Arob. Als voorbeeld nieuwbouw politiebureau.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 399