-179- Over de B.B.A. het volgende: Ondanks dat er enkele nieuwe regelingen m de pen zijn, wat betreft de te volgen routes van de bussen in Etten-Leur, blijft hetprobleem, dat Etten-Leur-Zuid, de Grauwe Polder en het Industrieterrein geen verbinding hebben naar het Etten-Leurse station. Wij blijven betreuren.dat onze voorstellen in 1973 over de uitbreiding van de route van lijn 10 ten koste van een bijdrage m de exploitatie van 1,— per inwoner, niet zijn gehonoreerd. Op dit moment kunnen gemeentelijke bijdragen geen argument meer zijn voor de overheid om een uitbreiding toe te staan, nu is er dus geen uitweg meer, we zijn Als we de situatie van Rijksweg 256 bekijken, hopen wij, dat net ad vies aan Rijkswaterstaat,dat in voorbereidingis voor de raadsverga dering van eind november, zo duidelijk zal ^ijn, at in _aa3 za worden begrepen,dat uitstel tot ongeveer 1985 met mogelijk is, nee, dat nu reeds ingrijpende blijvende maatregelen getroffen zullen moeten Verdervinden wij, dat onder deze rubriek ook reeds de kapitaalslas- ten, voortvloeiend uit de investeringen voor het verder verwerken van de structuurplan-procedure, begroot moeten worden 76.000,-) Deze procedure moet voortgang vinden, want allerhande andere werken han gen daarvan af. Daarnaast is wel van bij zonder belanghoe wij ons gaan opstellen t.o.v. het Stadsgewest Breda. Daar zijn ze ook met een struc tuurpian bezig, waarin het gebied van Etten-Leur is opgenomen. Om dan nog maar niet te spreken van de overige financiële konsekwenties. blz. 23/12. Uitbreiding Industrieterreinen. Appél staat huiverig tegenover uitbreidmg van Industrieterrein ten koste van landelijk gebied, zolang er in bestaand industriegebied nog «"hopen dat"de^externe adviseurs bij hun adviezen ook deze terreinen hebben betrokken. Ons inziens kunnen we niet eindeloos grond braak laten liggen in de hoop,dat er zich grote, milieuvriendelijke bedrijven in Etten-Leur zul len vestigen, die dan ook nog dienstig zijn voor de plaatselijke werke loosheid en bovendien gebruik willen maken van het spoorwegraecordement. Wij moeten toch aannemen,dat groeikernen,met mogelijkheden van subsi- diaire maatregelen .meer aantrekkelijk zijn. Maar dit onderwerp zal nog ter discussie komen n.a.v. het rapport dat wij intussen hebben ontvangen ter bestudering. Wij willen daarom nu nog geen definitieve uitspraa oen. Mijnheer de voorzitter, dit waren onze opmerkingen over de begroting 1978. Wat de ontwikkeling van Etten-Leur betreft en de mogelijkheid van een politieke partij om daaraan mee te werken of daar invloed op uit te oefenen, willen wij nog het volgende kwijt. Appél heeft vanaf 1971 deel_uitgemaakt van deze raad. Wij hebben ons steeds volledig ingezet en hebben getracht gelijke tred te houden met de algemene ontwikkelingen in de samenleving en getracht vooruit te kijken, waarbij wij ons steeds zake ij oyaa en enthousiast hebben opgesteld. Zonder een opsomming te geven van wat toch bereid is, mogen wij zeggen, dat er in de'afgelopen 8 jaar veel veranderd is in het raadswerk en dat Appél daartoe "mede" een voortdurende stimulans is geweest. Miinheer de Voorzitter, wij menen nu te kunnen constateren,dat binnen uw college de algemeen veranderde situaties en denkwijzen beter worden aangevoeld en daaraan meer medewerking wordt gegeven.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 386