- 165 - De voorzitter dankt de heer Luijkx voor zijn betoog en geeft vervolgens het woord aan de fractievoorzitter van de Iartij van de Arbeid, de heer Geerts. Algemene beschouwing. Uitgesproken naar aanleiding van de Gemeentebegroting 1978. Meneer de voorzitter, Dit is voor u de eerste maal in deze gemeente,dat de begroting aan de orde is onder uw voorzitterschap. Daarom maak ik van de gelegenheid gebruik enige woorden aan uw benoeming en functio nering te wijden. Meneer Houben, in de maanden dat wij u hebben zien werken, zijn wij tot de conclusie gekomen,dat het C.D.A. ons een van haar meest sympathieke, burgemeesters heeft toe bedeeld, die bovendien nog bekwaam en hardwerkend is. Wij zijn echter nog steeds van oordeel, dat een P.v.d.A.- burgemeester in de gemeente meer recht had gedaan aan onze partij. Het is onvoorstelbaar^ dat bij de huidige politieke verhoudingen van de 33 burgemeesters benoemingen van de Commissaris der Koningin sinds december 1973 er slechts twee aan de V.V.D. en 2 aan de P.v.d.A. zijn toebedeeld. Wij hebben echter vertrouwendat uw eigentijdse opvattingen over besturen en samenleven geen noemenswaardige konflikten met onze fraktie zullen oproepen. De openbaarmaking van de commissievergaderingen is mede door uw inzichten hierover binnen afzienbare tijd te verwachten. De commissie openheid zal nog adviseren over de wijze waarop het gemeentelijk bestuursgebeuren naar buiten zal worden gebracht en over interne procedurelezaken betreffende de werking en samen werking van college, raadsleden en ambtenaren. Op het laatste wil ik eerst verder ingaan. Het is in de eerste plaats noodzakelijk, dat de raadsleden vollediger worden geïnformeerd over de ontwikkelingen die in gang zijn of worden gezet. Ambtelijke rapporten en externe adviezen dienen de raadsleden zo vroeg mogelijk te bereiken en dan versta ik onder bereiken het persoonlijk ontvangen, zodat een nuttiger gebruik van de beperkt beschikbare tijd kan worden gemaakt en de informatie voor naslag beschikbaar blijft. Met betrekking tot de raadsstukken is al een belangrijke ver betering geboekt, door de toezending van de pre-adviezen. Echter ook andere noodzakelijke informatie zou dienen te worden toegevoegd. De communicatie met betrekking tot de in ontwikkeling zijnde bestemmingsplannen kan ook worden verbeterd. Bijvoorbeeld met betrekking tot het plan Brandseweg zijn door onze fraktie opmerkingen geplaatst, ik heb begrepen als enige. Wij zouden graag geïnformeerd worden in hoeverre men aan onze wensen inzake dit plan denkt tegemoet te komen. Als namelijk dit maar zelf uit het panklaar produkt van de stedebouwkundige moeten halen is het wel praktisch gesproken onmogelijk met steun van anderen nog iets te corrigeren. Die wijze van samen werking tussen college en raad kan dus duidelijk worden verbeterd.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 372