- 158 - Plan Hooghuis: Een doorn in het oog voor vele bewoners is het braakliggend stuk terrein, waar ooit de weg Zevenbergen-Rijsbergen gedacht is en onderdeel is van bovengenoemd bestemmingsplan. Voor het mi 1ieu zo tussen de woonwijken een onacceptabele zaak. Maar dat niet alleen, vele jaren geleden is deze grond door de gemeen te aan gekocht waardoor het renteverlies elk jaar opnieuw grotere vormen aanneemt. Tevens is er een grote vraag naar bouwgrond, want reeds 500 mensen hebben een aanvraag om te mogen bouwen ingediend. Om al deze redenen, mijnheer de voorzitter, zijn wij van mening dat nu moet worden aangedrongen op een spoedige beslissing. Plan Stationsstraat: Ook zouden wij op spoed aan willen dringen om het stuk grond wat door de gemeente is aangekocht in de Stationsstraat een bestemming te geven en tot uitvoering van die bestemming over te gaan. Onderwi j s Door de raad is met algemene stemmen de onderwijsnota aangenomen. Het geeft ons een juist beeld van de situatie in de diverse wijken. Zowel nieuwbouw als leegloop komen duidelijk naar voren. Vooral wat betreft de leegloop, mijnheer de voorzitter, wil onze fraktie geen afwachtende houding aannemen, maar wel voorzichtig zijn en toezien dat de scholenbouw niet te ruim in zijn jasje komt te zitten. Toewijzing woningcontingent: In 1976 hebben wij 100.000,— aan krediet goedgekeurd voor de inspraak procedure In 1977 hebben we tot uiting laten komen, dat we bezorgd waren omdat nog eens 300.000,-- nodig waren voor de verdere behandeling van het struktuurplan. Tevens spraken we de vrees uit, dat er nog enkele honderdduizenden zouden moeten worden ingepompt. Een belangrijk onderdeel van de inspraakprocedure was het woningbeleid waarover de nota huisvestingsbeleid is verschenen, die door de raad is aangenomen en die geënt was op de inspraakprocedure. Het moet eenieder toch verbazen, mijnheer de voorzitter, dat de toe wijzing door de overheid van het woningcontingent niet aansluit op de behoefte en de huisvestingsnota. Graag, mijnheer de voorzitter, zouden wij van u willen vernemen hoe wij een en ander moeten vertalen en welke stappen ondernomen moeten worden om alsnog deze beide zaken, dus het huisvestingsbeleid en de toewijzingj op elkaar af te stemmen. Kap i taa1swerken Voor de kapitaalswerken(welke in het investeringsschema zijn opgenomen, is zonder meer veel geld nodig. We constateren^dat er financiëel weinig ruimte is. We zullen daarom ruimte moeten zoeken en een noodzaak is dan;dat we prioriteiten gaan stellen. Dat er weinig ruimte is, mijnheer de voorzitter, wordt voor een groot^ gedeelte veroorzaakt door het stopzetten van de verfijningsuitkering in verband met de terugloop van de bevolking. In 1976 werd er 70.000,-- minder ontvangen, in 1977 213-000,--. En nu de verfijningsuitkering helemaal is stopgezet, betekent dat een vermindering van 285-000,--. Wij hebben bij de vorige algemene beschouwingen hierover uitvoerig uitgewijd. Tevens hebben wij gesteld, dat,indien er geen verfijnings uitkering meer werd verstrekt geen initiatieven meer konden worden ge nomen ofwel ruimte gezocht moest worden in een verhoging van de onroerend goedbe1 asting Verhoging van de belasting is geen populair gebaar, maar als men in het belang van de gemeenschap iets wil ondernemen, dan zal men hiervoor de consequenties onder ogen moeten zien. En als de geldmiddelen ontbreken, dan zullen er bronnen aangeboord moeten worden die daarvoor in het leven zijn geroepen. Wij menen, mijnheer de voorzitter, dat de onroerend goedbelasting een instrument voor de gemeenteraad kan zijn om met de opbrengst hiervan

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 365