-146-
g. het voorlopig vaststellen van de materie*.e exploitatiekosten van
de openbare kleuterscholen over het jaar 1976,
h. het voorlopig vaststellen van de materiële exploitatiekosten van
de openbare lagere scholen over het jaar 1976.
Mevrouw Zuijdwijk zegt, dat het aantal leerlingen beneden de verwach*
tingen is gebleven. Zij vraagt of dit niet te voorzien was geweest
op de begroting.
Wethouder Klep zegt, dat het moeilijk is om voor de toekomst exact
het aantal leerlingen en de exploitatiekosten te bepalen. Bij
de vijfjaarlijkse afrekening kunnen deze kosten nauwkeurig worden
vastgesteld.
5. Op gelijke wijze wordt overeenkomstig de voorstellen van burgemees
ter en wethouders met gunstig advies van de commissie voor kuituur
en jeugdzaken besloten tot:
a. het goedkeuren van de jaarrekening 1976 van de openbare biblio
theek en leesiaal.
De heer Geerts zegt, dat bepaalde voorzieningen uit de post re
serveringen worden gefinancierd waarop niet mag worden afgeschre
ven, zodat de kosten daarvan blijven doorlopen. Het is volgens
spreker de vraag of dit practisch reëel is.
Wethouder Klep zegt, dat de afschrijvingen inderdaad niet gereser
veerd mogen worden, omdat het exploitatietekort toch betaald
wordt en het zou onjuist zijn om dan reserves toe te passen,
hetgeen tot een verkeerd beleid aanleiding zou geven;
b. het goedkeuren van de begroting van de openbare leeszaal en biblio
theek voor 1978.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt of er reeds wat bekend is met betrekking
tot de huisvesting van de bibliotheek in Etten-Leur Noord.
Wethouder Klep zegt, dat er verschillende plannen zijn waarbij
ondermeer wordt gedacht om het trouwkerkje in te richten als
biblitoheek, of een nieuw gebouw aan het Van Bergenplein. Deze
plannen hangen echter nauw samen met het Turfschip. Thans wordt
gebruik gemaakt van de diensten van een nieuwe stedebouwkundige
die er weer een andere visie op na houdt dan de vorige stedebouw-
kundige, waarbij spreker hoopt, dat dit niet vertragend zal werken.
Op dit moment kunnen echter nog geen concrete mededelingen worden
gedaan. Wel kan binnen afzienbare tijd een voorstel hieromtrent
aan de orde worden gesteld.
Volgens mevrouw Zuiidwijk houdt dat in, dat de bedragen aan huur
en exploitatie niet juist meer zijn en drastisch zullen wijzigen
als er een nieuw gebouw zal komen;
c. het vaststellen van een educatief plan en programma, zoals aange
geven is in de rijksbijdrageregeling vormings- en ontwikkelings
werk voor volwassenen.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt of, indien deze rijksbijdrageregeling
ook door de niewe regering ter uitvoering zal worden genomen,
de bepaling van de urgentie c.q. toewijzing van de diverse subsi
dies zal geschieden via de commissie voor cultuur en jeugdzaken
of dat er een afzonderlijke commissie ex art. 61 van de gemeente
wet hiervoor in het leven wordt geroepen.
Wethouder Klep zegt, dat de commissie voor cultuur en jeugdzaken
dit zal kunnen behandelen en het is zijnsinziens niet noodza
kelijk hiervoor een afzonderlijke commissie in te stellen. De
toekomst zal dit uit moeten wijzen.
Op de vraag van mevrouw Zuijdwijk wat de gemeente zal doen, indien
de regering de rijksbijdrageregeling niet tot uitvoering laat
komen, deelt wethouder Klep mede, dat dan op de oude voet wordt
verder gegaan. Het is echter de bedoeling van de regering om
het gehele subsidiebeleid te leggen bij de gemeentebesturen