- 140 - Hij is van oordeel9 dat nu niet kan worden besloten over bet bouw programma in zijn totaliteit. Dit moet worden verdaagd. Dit hoeft niet te betekenen, dat alles stil komt te liggen. Wat zijn fraktie betreft kan uitvoering worden gegeven aan die bouwprojecten,waaraan de com missie huisvesting bij eensluidende uitspraak haar goedkeuring hecht. Voorts wijst hij erop, dat de bestemmingsplanruimte,die direct of op korte termijn beschikbaar is, zodanig beperkt is, dat met de uitgifte van de grond hiermee rekening dient te worden gehouden. Op dit ogen— blik is het wenselijk de bouw van twee—onder—een—kap woningen te realiseren op die plaatsen, waar dat gepland en mogelijk is. Van deze woningen kunnen er meer worden gebouwd dan met vrijstaande mogelijk is. Een beperking van de mogelijkheden in deze betekent n.l. wel, dat meer mensen bouwmogelijkheden krijgen. Het plan Hooghuis kan n.l. nog lang op zich laten wachten. Het aantal van 500 gegadigden voor eigen bouwgrond is, volgens spreker, grotendeels het gevolg van wel wat erg snel uitgeven van de beschikbare bouwgrond, waardoor thans een leemte is ontstaan, die een behoorlijke toename van de vraag tot gevolg heeft gehad. Tenslotte deelt hij nog mede, dat, indien het niet mogelijk zou zijn om een aantal van 150 woningwetwoningen te bouwen, hij tegen het aan vullen van dit aantal uit de particuliere sector is. Een scheeftrekken van de gewenste verhouding tussen het eigen woningbezit en de huurwonin gen zou daarvan het gevolg kunnen zijn. Wethouder de Bruijn zegt naar aanleiding van het door de heer Geerts aangedragen cijfermateriaal toe, dat aan het ETIN een herberekening gevraagd zal worden. paar He heer Geerts geen bezwaar heeft tegen het normaal aantal te bouwen woningen van 325 behoeft het bouwprogramma niet te worden opge houden. De voorzitter zegt, dat het ETI steeds gesteld heeft, dat het hier voorlopige cijfers betreft, die straks bij de definitieve aanbieding van het ontwerp-structuurplan nog eens herberekend zullen worden. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag van mevrouw Jacobs deelt wethouder de Bruijn mee, dat het niet zeker is, dat het verzoek om het aantal woningwetwoningen van 100 tot 150 op te trekken ook gehoor zal vinden. Mevrouw Jacobs zegt het eens te zijn met de opmerking van de heer Geerts over het scheeftrekken van de verhoudingen bij toewijzing van bouwgrond, aanvankelijk bestemd voor woningwetbouw, voor vrije sector bouw. Het aantal woningzoekenden voor huurwoningenzal daardoor minder afnemen, terwijl voor deze bouw dan in een volgend jaar mogelijk geen geschikte grond beschikbaar is. Dit is ook niet in overeenstemming met de intentie van de inspraakgroepen van het structuurplan. Wethouder de Bruijn zegt, dat het college enkel voor dit jaar de vrije hand vraagt voor deze mogelijke bestemmingswijziging bij de bouwgronduitgifte. Hij wijst er verder op, dat thans ook minder bouw grond beschikbaar is voor de vrije sector-bouw. Overigens ziet hij het als een eerste plicht van het college, dat er gezorgd moet worden voor de sociale woningbouw. Mevrouw Zuiidwijk vraagt naar aanleiding van de pro memorie-vermelding van de bebouwing in plan Noord-H inde bouwprogrammastaatjesof indien blijkt, dat deze grond tijdig bouwrijp is, de aantallen in dit plan te bouwen woningen dan weer in mindering worden gebracht op de thans vermelde aantallen in de plannen de Grient en Achter de Molen. De heer van Kuijck bepleit een zo groot mogelijk bouwvolume in ver band met het momenteel wel bijzonder hoge aantal gegadigden, waarvan er velen al lange tijd op de lijst van woningzoekenden vermeld staan. Ook de heer Aerts zou de bouw van 150 woningwetwoningen graag gerea— liseerd zien. Overigens staat hij achter het voorstel van wethouder de Bruijn. Uit de kopersverklaringen zouden dan die gegadigden geselec teerd moeten werden, die in Etten-Leur weer woonruimte vrij maken.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 347