132
al te zeer vertraagd wordt.
De voorzitter acht dit een heel reëel verzoek, waaraan zeer zeker
aandacht zal worden geschonken.
Op de vraag van de heer Fransen of bij de advisering door de commissie
openheid van de samenstelling van deze commissie ook nog overwogen kan
worden de mogelijkheid, die zijn fractie voorstaat, n.l. dat tenminste
2 raadsleden daarvan deel gaan uitmaken, antwoordt de voorzitter beves
tigend
Zonder hoofdelijke stemming wordt het ontwerp-besluit overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders en het advies van de commissie
algemene zaken, vastgesteld.
Naar aanleiding van deze besluiten vraagt en verkrijgt de heer Geerts
het woord: "Na een aantal teleurstellende ervaringen van onze fractie in
het verleden met betrekking tot afspraken die gemaakt zijn, wil ik nu
tot uitdrukking brengen, dat wij verheugd zijn dat deze voorstellen die
erg zwaar voor ons wogen, nu zijn aangenomen, met medewerking ook van de
fractie van de Middengroepen. Ik ervaar dit als positief."
De voorzitter dankt de heer Geerts voor deze woorden en zegt het zeer
op prijs te stellen, dat op deze manier een verheugend gebaar werd ge
maakt naar het college van burgemeester en wethouders.
15. De voorzitter stelt hierna aan de orde het punt vermeld op de aanvullende
agenda, n.l. het voorstel van burgemeester en wethouders tot het opstellen
van een verweerschrift aangaande een beroepschrift op grond van de Wet
Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen tegen het raadsbesluit
van 25 april j.l., waarbij een beroepschrift tegen een geweigerde bouw
vergunning voor een hondenkennel aan de Turfstraat ongegrond is verklaard.
Mevrouw Jacobs merkt op, dat bij de behandeling van dit punt in de
raadsvergadering van 25 april j.l* de voorzitter beloofde, dat getracht
zal worden om zo spoedig mogelijk het ontwerp-bestemmingsplan voor dit
gebied te realiseren. Zij informeert thans hoever het daarmee staat.
De voorzitter zegt, dat op dit moment het betreffende ontwerp—bestem
mingsplan nog steeds een onderwerp is van grote activiteiten. Een be
stemmingsplan buitengebied is n.l. een uitermate ingewikkelde zaak,
aangezien toen de gemeente Etten-Leur ermee begon, de richtlijnen van
de provincie er nog niet waren. Deze zijn later gekomen. Dat betekende,
dat onze adviseur opnieuw de voorschriften voor het besemmingsplan buiten
gebied moest gaan aanpassen. Hij is daar nu nagenoeg mee gereed. Nadat
het ontwerp met de voorschriften bij het college op tafel ligt, gaat er
nog een lange procedure van start, n.l. het advies vragen aan alle in
stanties die daar op enige manier iets mee te maken hebben. In de eerste
plaats zijn dat alle landbouwinstantiesAls die procedure achter de
rug is, krijgen we nog de hele ronde van vooroverleg bij de provincie en
de. planologische dienst, de raadsbehandeling, goedkeuring door Gedeputeerde
Staten en eventuele behandeling van ingekomen bezwaarschriften. Dit kan nog
tot de Kroon gaan. Hieruit moge blijken, dat dit echt een zaak is van lange
adem, waar hard aan gewerkt wordt.
Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Zuijdwijk of bij benadering
een termijn is te noemen, waarop dit plan rond kan zijn, zegt de voor-
zitter, dat wanneer de raad zich duidelijk heeft uitgespróken voor een
bepaald ontwerp, dat intussen bij de provincie ligt, het in bepaalde
gevallen mogelijk kan zijn om op dit plan vooruit te lopen. Voor grote
probleemgevallen zou er dan misschien toch tussentijds een oplossing ge
vonden kunnen worden. Een bepaalde termijn durft hij echter niet te noemen.
Wel zou aan de commissie ruimtelijke ordening een schema gegeven kunnen
worden van de termijnen, waarvan het college denkt dat daarbinnen het
plan rond te krijgen zou moeten zijn.
Overeenkomstig het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
besloten