131 en openbaarheid zeker niet kosteloos zullen zijn. Verder is het de intentie van de nota, om ook in het zgn. "keuken stadium" toch de raad zo vroeg mogelijk te informeren. Er blijven natuurlijk onderwerpen die niet geschikt zijn voor openbaarheid. Dan moet men reëel genoeg zijn om dat dan ook nog niet in de openbaarheid te brengen. De commissie openheid zal ook nadere voorwaarden moeten opstellen voor het openbaar maken van deze stukken en voor het besloten zijn van bepaalde commissie-vergaderingen. De opmerkingen van de heer Geerts,die de tekst van de nota wat aarze lend noemt, zou de voorzitter willen bestrijden. Hij ziet het meer als een procesmatige benadering van het toch wel moeilijke onderwerp. Juist door het instellen van een commissie openheid hebben wij die hele proces- vorm willen benadrukken, en gezegd, dat je zo n zaak niet van vandaag op morgen helemaal kunt regelen. Door de praktijk zal blijken, dat dit proces een stijgende lijn verkrijgt. De heer P. Luiikx heeft volgens de voorzitter gezegd, dat het van zijn fractie niet de bedoeling is geweest om het principe van de openbaarheid van de commissievergaderingen nu reeds vast te leggen, maar pas in de commissie openheid. Toch is het college van oordeel, dat dit thans moet gebeuren, en dat de commissie openheid de opdracht moet worden gegeven om nadere voorwaarden tot openbaarmaking verder uit te werken. Deze commissie heeft daarmee dan ook een duidelijke opdracht waarmee ze van start kan gaan. Met betrekking tot de samenstelling van de commissie openheid merkt de heer Geerts nog op, dat het de instemming van zijn fractie heeft om deze commissie te laten bestaan uit de fractievoorzitters. Wel ziet hij moeilijkheden door daarin ook op te nemen afsplitsingen van groepe ringen, die zich na de verkiezingen kunnen voordoen. Op deze manier zou het mogelijk zijn om door pro—forma—afscheidingen meer zetels in deze commissie te verkrijgen. De voorzitter zegt het hiermee niet eens te zijn, omdat het een staats rechtelijk gebruik is, dat, wanneer een fractie zich splitst, het afge splitste gedeelte toch weer als een fractie wordt beschouwd. Vandaar, dat Net college heeft voorgesteld om de commissie te laten bemannen door de fractievoorzitters of hun plaatsvervangers. De heer Geerts zegt zich bij dit gebruik te zullen neerleggen. Naar aanleiding van een opmerking van mevrouw Zuijdwijk deelt de voorzitter nog mede, dat de fractie zelf uitmaakt wie fractievoorzitter en plaatsvervangend fractievoorzitter is en deze functies kunnen ook in een zittingsperiode wijzigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het advies van de commissie algemene, zaken besloten tot het aanvaarden van de voorstellen, gedaan in de nota "openheid en openbaarheid", alsmede tot het instellen van een vaste com missie van bijstand aan burgemeester en wethouders voor openheid. In verband met het voorstel van burgemeester en wethouders tot het in stellen van een bestuurscommissie voor de uitvoering van de Algemene Bijstandswet enz. zegt mevrouw Zuijdwijk, dat ook in de commissiever gadering gesproken is over de samenstelling van deze commissie, n.l. 5 leden, waarvan tenminste één lid gekozen uit de leden van de gemeente raad. Het is haar niet duidelijk geworden of de voorzitter ook behoort tot deze 5 leden. De voorzitter beaamt dit, waaruit mevrouw Zuijdwijk terecht conclu- deert, dat dan een voordracht van 4 te benoemen leden verwacht mag worden. Mevrouw van Bezooijen vraagt of ervoor gezorgd kan worden, dat door de inschakeling van de zojuist ingestelde commissie openheid bij de ad visering over de samenstelling enz. van deze commissie voor de verlening van bijstand, de datum van realisering van deze laatste commissie niet

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 338