- 122 -
Hierna stelt de voorzitter de vaststelling van de raadsnotulen van
27 juni 1977 aan de orde.
Mevrouw Jacobs zegt, dat in de loop van de notulen niet vermeld
werd, dat zij met bericht verhinderd is geweest. Dit zal worden
aangevuld.
De notulen worden verder zonder op- of aanmerkingen vastgesteld.
Naar aanleiding van deze notulen wordt de heer Fransen door
wethouder Vermeulen nog nader ingelicht over het mogelijke afkopen
van de risicoverrekening. Bij woningwetbouw mag het systeem, dat
bij utiliteitsbouw wordt gehanteerd, niet worden toegepast.
Naar aanleiding van de mededelingen en ingekomen stukken deelt mevrouw
Jacobs mee, dat tijdens haar raadpleging van deze raadsmap^heden
morgen, een aantal stukken niet aanwezig was. Ambtelijk werd daaraan
toen wel wat gedaan omdat zij daarover contact had opgenomen, maar
daardoor heeft zij toch niet meer de gelegenheid gehad, om van de inhoud
van deze stukken kennis te nemen.
De voorzitter zegt, dat de betreffende stukken alsnog voor de
volgende vergadering ter inzage zullen worden gelegd.
De heer Breugelmans wijst erop, dat een brief werd ontvangen,
gericht aan het gemeentebestuur, met afschrift aan alle raadsleden
en als onderwerp het bezwaar tegen de toekomstige sloop van de
zgn. Daalbouwwoningen. Deze brief werd verzonden namens de initiatief
groep "Behoud Daalbouwwoningen". Deze brief, gedateerd op 23 augustus,
lag niet bij de ingekomen stukken maar spreker wenst deze wel als
zodanig te beschouwen.
Zonder op de inhoud van deze brief in te gaan, stelt spreker,
dat deze hele zaak hem bevreemdt,omdat in de vergadering van de
commissie huisvesting van 9 augustus j.l. kennis werd genomen van
de hoorzittingen, die met de bewoners van de Daalbouwwoningen hebben
plaatsgevonden. Het merendeel van de betrokken bewoners was op deze
hoorzitting aanwezig. Hem bleek, dat de bewoners begrip hadden voor
de situatie en de motivering, die van gemeentezijde werd gegeven.
Uiteindelijk werd de sloop ook geaccepteerd. Niemand van de commissie
huisvesting twijfelde daaraan. Er zijn nog wel enkele vragen gesteld,
die bevredigend beantwoord werden.
Nu komt er deze brief van een actiegroep. Op het stuk slechts
ëén handtekening en een aantal getypte namen en adressen. Wat hem
daarbij opvalt is, dat men wel terugvalt op een informatieavond
van 2 september 1976 en een brief van burgemeester en wethouders van
6 juli 1977, waarin werd meegedeeld, dat de woningen zouden worden
gesloopt. Over de hearing van begin deze zomer wordt niet gerept.
Hij stelt daarom voor om deze brief naar de commissie huisvesting
terug te verwijzen.
Wethouder Vermeulen zegt, dat deze brief a.s. woensdag waarschijn
lijk in de vergadering van burgemeester en wethouders komt en ook
in de eerstvolgende vergadering van de commissie huisvesting behandeld
zal moeten worden. Ook het betreffende persartikel over deze zaak
kan dan nader besproken worden.
De heer Aerts zegt, dat in de betreffende commissievergadering
uitdrukkelijk werd gesteld, dat de Daalbouwwoningen nog minstens
5 jaar zullen blijven staan. Verder staat er in deze brief, dat
iemand nog steeds geen antwoord heeft ontvangen op een schrijven
aan de gemeente.
Wethouder Vermeulen zegt, dat het tijdstip van de sloop aan de
bewoners is meegedeeld en dat de beantwoording van de betreffende
brief door vacantie e.d. is vertraagd maar thans in concept gereed
is en waarschijnlijk ook a.s. woensdag in de vergadering van
burgemeester en wethouders behandeld zal worden.