- 120 -
haar toezeggingen niet nakomt. Dat klopt, want er zijn ook geen toe
zeggingen gedaan.
Bij het indienen van het initiatief voorstel van de V.V.D. en de
Progressieve Combinatie om te komen tot verkoop van gemeentewoningen,
geen enkele reactie van de Partij van de Arbeid over de voor de Pro
gressieve Combinatie gedane mondelinge toezegging of instemming met
haar basisprogramma. Dat is tevens juist, want er zijn geen toezeg
gingen gedaan.
Overigens vraagt hij zich af waarom de middengroepen bij schrijven
van 16 juni 1977 door de Partij van de Arbeid zijn benaderd inzake
het standpunt om het gemeentelijk woningbezit niet te verkopen, en de
Progressieve Combinatie daarover in het geheel niet werd benaderd.
Herhaalde malen heeft zijn fractie te kennen gegeven geen moeite
te hebben met de democratische besluitvorming, maar de Partij van de
Arbeid blijkt zich altijd hiertegen te verzetten. Nu eens door de
dreiging van terugtrekking van de wethouder, dan weer door raadsbe
sluiten, bij meerderheid van stemmen genomen, ter schorsing of vernie
tiging voor te dragen.
De houding van de Partij van de Arbeid in verleden of toekomst kan
zijn fractie er niet tog bewegen om aan deze groepering enige toezeg
ging te doen.
De heer Quaijtaal deelt mede, dat hij de vergadering van 20 juni
j.l. door ziekte niet kon bijwonen. Niettemin heeft hij toch wel enkele
opmerkingen naar aanleiding van deze notulen en wel naar aanleiding van
het gestelde op blz. 12, onderaan, waar de heer Geerts zegt tot uit
drukking te willen brengen, dat de fractie van de Partij van de Arbeid
het standpunt, dat door de Middengroepen is ingenomen en met name door
de wethouders Klep en de Bruijn, geresulteerd heeft in een opvatting,
dat het politiek vertrouwen in deze mensen tot het nulpunt gedaald is.
"Ik constateer nog steeds, dat het college in dezelfde samenstelling
vergadert, terwijl wij uit de notulen moeten concluderen, dat hetzelfde
college, waarin men dus geen vertrouwen heeft (nulpunt), nog steeds
onze gemeente moet besturen."
Spreker is van oordeel, dat deze krasse uitspraken ergens zijn conse
quenties moet hebben.
Eenzelfde uitspraak kwam hij tegen op blz. 104 (wethouder Vermeulen)
namelijk, dat bij het aannemen van een bepaald raadsbesluit de fractie
van de Partij van de Arbeid dit besluit bij de desbetreffende instanties
ter schorsing of zelfs ter vernietiging zal voordragen.
Zo zijn er meer uitspraken van deze fractie, zoals bij de begrotings
aanbieding, in de vergadering van 29 november 1976, waar werd gezegd,
dat enkel vanwege de onvolledigheid van het college van burgemeester
en wethouders nog niet is overwogen om hun wethouder terug te trekken.
Spreker merkt op, dat het college thans volledig is, wat niet wil
zeggen, dat hij moeite heeft met wethouder Vermeulen, "verre van dat
zelfs".
In december 1975 zegt dan nog de Partij van de Arbeid, bij monde
van de heer Geerts, dat, althans het grootste gedeelte van de zittende
raadsleden tot de conclusie is gekomen, dat de P-. v. d.A.-fractie
gewone mensen zijn, waarmee je buiten de politiek ook soms leuk kunt
praten.
Spreker vraagt zich af of het de bedoeling van deze fractie is om
met al deze uitspraken in de krant te komen danwel dat dit reeds
propaganda is voor de volgende verkiezingen.
Hij vraagt thans aan deze fractie hoever het staat met de aangekon
digde schorsing c.q. vernietiging van het aangenomen raadsbesluit en
verder welke consequenties verbonden zijn aan de daling van het ver
trouwen in de middengroepen, en met name in de wethouders de Bruijn en
Klep, tot het nulpunt.