-112- Wethouder de Bruijn zegt het helemaalmet haar eens te zijn en voegt er aan toedat de ervaring leert, dat men wel een lage huur opgeeft en een voorbeeld is bekend in de commissie huisvesting, doch dat het college met de verhuur van woningwetwoningen, die toch een huur moeten opbrengen tussen de 250,en 275,,geen enkel probleem heeft. De voorzitter verzoekt aan mevrouw Jacobs haar voorstel nogmaals te herhalen, n.l. het verkopen van woningwetwoningen in fases. Mevrouw Jacobs zegt dat zij niet bang is,dat er teveel woningen verkocht zullen worden9maar woningen van een bepaalde prijsklasse. Zij voegt eraan toe, dat zij deze fasering zou willen zien in de diverse prijsklassen, zodat de gemeente een voldoende genuanceerd woningbezit overhoudt. Tevens zou zij hierbij ook de premiewoningen willen betrekken. Wethouder de Bruijn zegt, dat er nog een vergaderipg zou komen van de Woningvereniging en daar gaat de vraag gesteld worden of de woningver eniging ook premieverhuurwoningen zal gaan verkopen. Hij voegt eraan toe, dat men dan toch een fasering in prijzen krijgt. Hij is voorts van mening, dat misschien door een fasering in prijzen een aantal mensen teleur gesteld zal worden en om bij loting dit te doen is niet wenselijk. Wethouder de Bruijn stelt voor om de beleidslijnjdie nu uitgestippeld is, voort te zetten. Mevrouw Jacobs vraagt wel een overzicht te kunnen krijgen van wat verkocht gaat worden want dan kan het alsnog worden bekeken. Wethouder de Bruijn zegt toe dit te zullen doen. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Aerts. De heer Aerts deelt aansluitend op de vraagstelling van mevrouw Jacobs en het antwoord van wethouder de Bruijn, toch het standpunt van wethouder de Bruijn. Hij voegt eraan toe, dat er niemand uitgesloten zou mogen worden en iedereen de kans gegeven moet worden,die tevens aan alle voorwaarden voldoet, zijn woning te kunnen kopen. Vervolgens stelt de voorzitter het minderheidsstandpunt aan de orde van wethouder Vermeulen dat tot uitdrukking is gekomen in een motie. De voorzitter leest deze motie voor. Vervolgens vraagt de voorzitter of er nog iemand over deze motie het woord wil. Nadat niemand het woord verlangt vraagt de voorzitter of wethouder Vermeulen hierover stemming wenst. Wethouder Vermeulen verlangt stemming. De voorzitter brengt de motie van wethouder Vermeulen in stemming. Het resultaat van de stemming is dat er 3 steramen voor de motie zijn en 15 stemmen tegen. Voorstemmers waren wethouder Vermeulen en de heren Geerts en van der Lee. Tegenstanders waren: de heren P. Luijkx, Aerts, mevrouw van Bezooijen, de heer W. Luijkx, mevrouw Zuijdwijk, de heer A. Vermeulen, voorts de heren v. Harssel, Fransen, Breugelmansvan Kuijck, Lucassen, mevrouw Jacobs, wethouder Klep, wethouder Luijkx, wethouder de Bruijn. De ingediende motie van wethouder Vermeulen is verworpen. De voorzitter stelt hoofdstuk 4 in zijn algemeenheid aan de orde, die in zijn algemeenheid aanvaard wordt met de kanttekening dat de P.v.d.A,- fractie en wethouder Vermeulen ertegen zijn. De voorzitter geeft het woord aan de heer Geerts. De heer Geerts zegt tot uitdrukking te willen brengen, dat de fractie van de P.v.d.A. ten aanzien van het standpunt, wat door de Middengroepen is aan genomen en met name van de wethouders Klep en de Bruijn, geresulteerd heeft in een opvatting, dat het politiek vertrouwen in deze mensen tot een nulpunt is gedaald. De voorzitter gaat over naar hoofdstuk 5 pagina 45 t/m 54 en vraagt wie hierover het woord wenst. De heer Luijkx meent, dat zijn fractie toch wel moeite heeft met de bepaling ten aanzien van de vrijheid van d#»"verkoop van eigen woningen,die niet van de gemeente zijn gekocht, of die waarbij de gemeente grond ter beschikking heeft gesteld. Hij is tevens van mening, dat in dit beleidsvoornemen hier een sterke greep

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 310