- 10 7- voor zijn,die voor de verkoop in aanmerking komen. Voorts zegt de wethouder, dat het een moeilijke zaak zal zijn. Stel n.l., dat dat er meer zijn dan waar mevr. Jacobs aan denkt, hoe dan eerlijkheidshalve te bepalen wie van dit aantal in aanmerking komt om in 1977 een woning te kopen, terwijl weer anderen zullen moeten wachten. Wethouder de Bruijn zegt de indruk te hebben, dat er gemakkelijk over trokken kan worden, door te stellen, dat er een geweldige grote run zal gaan komen op de verkoop van de woningen, maar dat dit desondanks toch wel mee zal vallen, mede gelet op de ingebouwde bepalingen. Hij meent, dat aan de heer Geerts voldoende antwoord is gegeven. Tevens zegt hijdat bij het struktuurplan ook gesteld is, dat men de gelegenheid moet kunnen krijgen om woningen aan te kunnen kopen. In deze zaak is het beleid gevolgd zoals in de inspraakprocedure naar voren gebracht is. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Fransen. De heer Fransen gaat nog even in op hetgeen wethouder Vermeulen heeft gezegd met betrekking tot het indienen van zijn motie. De heer Fransen merkt het volgende op. "Het is n.l. zo, dat de fractie blij is dat de P.v.d.A. nu toch voor de eerste maal een beroep doet op zogenaamde gemaakte afspraken bij het in functie treden van deze raad in 1974. Ten aanzien van de gemaakte mondelinge afspraak stel ik het volgende: dat er inderdaad in 1974 met het in functie treden van deze raad één gesprek is geweest tussen de fractieleden van de P.v.d.A. en de fractie van de Progressieve Combinatie en dat dit gesprek heeft plaatsgevonden in het Turfschip onder leiding van de destijds bij de P.vd.A. fungerende fractievoorzitter de heer Lacor. Bij dat gesprek zijn ons een aantal punten uit het programma van de P.v.d.A. ter hand gesteld en toen is er afgesproken dat we na een verzoek van de P.v.d.A. wederom een keer bij elkaar zouden komen. Hierbij wil ik niets afdoen aan de problemen, die destijds bij de P.v.d.A. hebben gespeeld bij het vertrek van de heer Lacor, daar dit verder een zaak is van de P.v.d.A. Het is overigens zo, dat de Progressieve Combinatie nooit iets meer heeft vernomen omtrent de mogelijk te vernemen standpunten van de Progressieve Combinatie naar aanleiding van deze punten uit het programma van de P.v.d.A. Het is zo dat onze fractie geen problemen heeft met de verkoop van gemeente woningen. Overigens wil ik wethouder Vermeulen nog even wijzen op wat onze fractie bij de diverse algemene beschouwingen heeft gezegd, daar :Wiij spraken over de financiën van de gemeente Etten-Leur en ons standpunt ten aanzien van de verkoop van gemeentewoningen". De voorzitter dankt de heer Fransen voor zijn betoog. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Zuijdwijk. Mevrouw Zuijdwijk zegt vervolgens: "Mijnheer de voorzitter, ik zou toch graag willen wijzen op blz. 30 onderaan en bovenaan blz. 31 van de huis vestingsnota. Uit het jaarverslag van de stichting "De Eigen Woning blijkt, dat in 1974 en 1975 50% van de verleende garanties verleend werden aan mensen met een inkomen van beneden de 25.000, Dit stijgt procentueel. Ik geloof, dat het tevens een argument is om de mensen, die niet aan een topinkomen zitten, een kans te geven een niet te dure woning te kunnen kopen. Temeer omdat 10 a 15 jaar geleden dit heel moeilijk was en aangezien er nu zoveel garanties ingebouwd zijn vind ik dat deze mensen ervan mee mogen profiteren". De voorzitter dankt mevrouw Zuijdwijk voor haar betoog en geeft mevrouw Jacobs het woord. Mevrouw Jacobs zegt het volgende: "Het feit dat wethouder de Bruijn wil vasthouden, althans het hele college, aan de bepaling dat men 5 jaar eige naar bewoner moet zijn voordat men weer een andere woning kan betrekken of grond kan kopen kan bij onze fractie geen instemming vinden. Er zijn al meer dere bepalingen die zeggen, bijvoorbeeld dat je je huis alleen maar kunt verkopen aan een economisch gebondene dus met iemand met een kopersver-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 305