~1 02- behalve de voorwaarden die in de nota reeds genoemd zijn, de verkoop in fasen te doen verlopen, met dien verstande, dat van jaar tot jaar een vastgesteld aantal woningen in diverse prijsklassen te koop wordt aangeboden, waarbij men in totaal steeds gebonden blijft aan een bepaalde verhouding hiertussen en het maximum-aantal woningen per prijsklasse. Hiermede wordt ons inziens een voldoende genuanceerd woningbezit gehouden. Er zal wel een uitzondering gemaakt moeten worden voor gesaneerde woningen in verband met de grote investeringen die daarmede gepaard gaan." De voorzitter dankt mevrouw Jacobs voor haar betoog en geeft vervolgens het woord aan de heer van Kuijck. "Namens de heren Lucassen, onafhankelijke, de heer Aerts, van de werk nemerspartij de fractie van het algemeen en agrarisch belang en onze fractie, de middengroepen willen wij op dezelfde manier onze grote waardering uitspreken voor de wijze, waarop de huisvestingsnota is voorbe reid en uitgewerkt. Wij kunnen ons over het algemeen verenigen met de voorgenomen beleidsdoeleinden, zoals deze door uw college zijn aangeboden. Toch willen wij enkele op- en aanmerkingen maken, voordat wij definitief onze stemmen zullen uitbrengen. Ten eerste het toewijzingsbeleid. Bij lezing van de nota over indeling in groepen van de woningzoekenden en toekenning van de verschillende urgenties krijgen wij de indruk, dat het toewijzingsbeleid een star en onwrikbaar hanteren van de normen wordt, waarbij afwijking niet mogelijk is. Wij zouden het toch op prijs stellen, dat het college de mogelijkheid krijgt om in gevallen van bijzondere hardheid of incidentele onredelijk heid een oplossing te zoeken. Dat moet ons inziens echter wel een uitzonde ring blijven. Met de gelijkschakeling van de vrouw en de man, wat het recht op huisvesting betreft, zijn wij gelukkig en wij menen dat door dit beleid veel in het verleden onredelijk geachte afwijzingen van huisves tingsmogelijkheden worden weggenomen. Het houdt echter wel in, dat door aanvaarding van dit toewijzingsbeleid de behoefte aan woonruimte zal doen toehemen. Dit geldt ook voor het aantal te bouwen woningen zowel in de huur- als in de koopsector. Toch zijn onze fracties bereid deze consequenties te aanvaarden. Een belangrijk onderdeel van de huisvestingsnota vormt de verkoop van de woningwetwoningen. Het in de nota gelegde beleidsvoornemen heeft de volledige instemming van onze fracties. Wij geloven, dat, door het opnieuw openstéllen van de mogelijkheid tot het kopen van woningwet woningen, voor vele huurders een lang gekoesterde wens in vervulling kan gaan. Niet alleen zijn de inzichten omtrent de mogelijkheden tot eigen woning- bezit plaatselijk veranderd, ook landelijk vindt men steeds meer voorstan ders van het eigen woningbezit. Ook de regering heeft door het treffen van een aantal maatregelen de koop van woningen door minder draagkrachtigen willen stimuleren. Een aantal maatregelen zijn bijvoorbeeld: de mogelijk heid voor het verkrijgen van 100% garantie op de geldlening en de verstrek king van renteloze voorschotten. Ter voorkoming van speculatie zijn een aan tal zekerheden ingebouwd .waardoor de speculatiewinst door de overheid kan worden afgeroomd. Juist nu in de afgelopen jaren de prijzen zeer sterk zijn gestegen is het voor de minder draagkrachtige praktisch onmogelijk een eigen woning te bouwen. Door verkoop van woningwetwoningen krijgt ook deze categorie de mogelijkheid eigen woningbezit tegen redelijk aanvaarde prijzen te verwerven. Door de meerdere vrije tijd en de grote belang stelling voor het doe-het-zelf-werk kunnen deze eigenaren op een veel goedkopere en dikwijls betere wijze de eigen woning onderhouden. Ook kan door het eigen woningbezit een meer persoonlijk wooncomfort worden bereikt en neemt het woongenot zeker toe. Naast het principiële standpunt, dat wij voorkeur hebben voor particuliere eigendommen, zien wij ook voor de gemeente een zakelijk argument. Door het verkrijgen van de opbrengst uit de verkoop ontstaat er meer ruimte voor verbetering en onderhoud van het woningbezit. dat niet verkocht wordt.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 300