uaso TBBiT i&vo i933i 83TO low 9 3 999lOW o i:33sw 93 199ri 9' -1 00- Vervolgens zegt de voorzitter, dat als mevrouw Zuijdwijk dit nu alsnog zou willen veranderen, zij dit nu kan doen en d3n aan haar wens voldaan is. Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Geerts. De heer Geerts gaat in op de Noord-Zuidverbinding en zegt dat zijn fractie van mening is, dat het stuk aan de Van Rooylaan eigenlijk niet als wegverbinding zou moeten worden gebruikt daar het ligt binnen een stuk woonbebouwing waarin aan voorzieningen een grote behoefte bestaat en daar voor zou zijn fractie eigenlijk dit stuk gebied willen reserveren. De voorzitter beschouwt dit als een kanttekening van de zijde van de fractie van de heer Geerts. Nadat niemand verder het woord verlangt gaat de voorzitter over op de slotopmerking. Niemand wenst ook hierover het woord en de voorzitter stelt het ontwerpbesluit aan de orde. De voorzitter vraagt of eenieder zich kan verenigen met dit ontwerpbesluit waarna de heer Geerts opmerkt, dat zijn fractie ten aanzien van het werkge legenheidsbeleid een iets terughoudender opvatting heeft dan op dit moment de meerderheid van de raad en het college. De voorzitter zegt deze kanttekening te hebben genotuleerd. Nadat niemand het woord meer verlangt wordt zonder hoofdelijke stemming met gunstig advies van de commissie Algemene Zaken, Ruimtelijke Ordening en Coördinatie besloten om: a. in te stemmen met de beleidsnota inzake de hoofdlijnen van de toekomstige ontwikkeling van de gemeente Etten-Leur; b. in te stemmen met het opstellen van een voorontwerp voor het struktuurplan. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde de behandeling van de nota huisvestingsbeleid en zegt, dat de nota huisvestingsbeleid behoort tot de portefeuille van wethouder de Bruijn, en geeft vervolgens het woord aan wethouder de Bruijn. Wethouder de Bruijn vraagt of de raadsleden er eerst behoefte aan hebben om iets in zijn algemeenheid te zeggen. De heer Breugelmans vraagt het woord en zegt:"Met .betrekking tot de beleidsconclusie, zoals vermeld op de eerste bladzijde van de huisvestings nota wil onze fractie opmerken het hiermede niet zonder meer eens te zijn. Of namelijk verruiming van de inschrijfmogelijkheden in categorie I inderdaad steeds mogelijk zal blijken is mede afhankelijk van het doel, dat in het struktuurplan voor de gemeente Etten-Leur zal worden vastgelegd. Regelma tige bijsturing zal in ieder geval geboden zijn. Naar aanleiding van de voorgestelde inschrijvingsprocedure en de daarmee sa menhangende indeling in urgentieklassen willen wij stellen, dat de mate van noodzaak tot vestiging in de gemeente Etten-Leur hierbij als maatstaf moet v/orden gehanteerd. Naast de opvang van de natuurlijke groei dienen naar onze mening gegadigden met een duidelijke economische binding met de gemeente de voorkeur te genieten boven de gegadigden met een sociale en/of familiale binding. Overigens zijn wij van mening, dat woningtoewijzing beperkt dient te worden tot de ingeschrevenen in de urgentieklassen zeer urgent, en urgent. Zeker voor gegadigden, die categorie I betreffen. Gezien de grote verscheidenheid in afwegingsfactoren als gevolg waarvan de mate van urgentie wordt bepaald, achten wij het noodzakelijke dat er, waar mogelijk, duidelijker normen worden vastgesteld. Dit mede in verband met het mogelijk instellen van een bezwaarschriftenprocedure ingevolge de wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen. Met betrekking tot het gestelde in hoofdstuk 4 :Verkoop gemeentewoningen aan de huurders, waar toe de fracties van de V.V.D. en de Progressieve Combinatie in de raads vergadering van 4 oktober 1976 een gezamenlijk initiatiefvoorstel hebben gedaanwillen wij stellen de conclusie en het advies van uw college met betrekking tot de verkoop van woningwetwoningen en premiewoningen onder de daarin genoemde voorwaarden te onderschrijven. Onze fractie is ervan over tuigd, dat het besluit om over te gaan tot verkoop van gemeentelijk »39Ci sb 3901 9V9i 390» I

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 298